De oliemors (oil spill) in de Surinamerivier is niet afkomstig van Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. of zijn dochtermaatschappijen. Dat geeft Staatsolie aan in een persbericht.
Dit zegt het staatsbedrijf naar aanleiding van een persconferentie dat is gisteren is gehouden door ProBios, Erlan Sleur en Kenneth Sukul. Sleur en Sukul hebben aangegeven dat uit hun eigen onderzoek Staatsolie verantwoordelijk gesteld zou moeten worden van de olie spil, echter zegt het staatsbedrijf niet eens te zijn met de uitspraken en staat erachter dat de veroorzaker van de oliemors wordt opgespoord en de nodige verantwoordelijkheid voor de schade neemt.
Op 7 oktober 2022 heeft een bedrijf aan de Surinamerivier bij de Maritieme Autoriteit Suriname de melding gedaan van olie op het water. Het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) heeft op 12 oktober de leiding genomen in het onderzoek naar de oorzaak en het opruimen van de mors.
Staatsolie heeft daarin vanaf het begin actief bijgedragen door materieel en expertise in te zetten voor het in kaart brengen van de situatie. Het NCCR heeft monsters van het vervuilde water door een laboratorium laten onderzoeken. De resultaten van die analyse én de zaak heeft het NCCR inmiddels overgedragen aan het Openbaar Ministerie (OM). Het OM is gevraagd deze kwestie volgens de wet- en regelgeving af te handelen.
“Oil spills zijn slecht voor het milieu en moeten voorkomen worden. In geval er toch een oliemors optreedt, moet deze met de meeste spoed opgeruimd worden. Staatsolie heeft preventieve maatregelen, werkprocedures en communicatiestructuren gereed die in werking treden als er een olielekkage vanuit Staatsolie mocht optreden”, aldus Staatsolie.