Bestuursambtenaren en leidinggevenden van het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS) hebben de afgelopen week een Train de Trainersprogramma afgewerkt. De week begon op 9 en 10 september met de training “Motiverend leiderschap en teammanagement.” Deze training was bestemd voor dertien leidinggevenden. Deze trainingssessies zijn afgewerkt in het Royal Breeze Hotel aan de Waterkant.
Prakaash Rostam, die belast was met het verzorgen van deze training, gaf aan dat deze training leiders praktische inzichten en technieken biedt om hun team effectief te motiveren en te managen. Deelnemers hebben geleerd hoe ze motiverende leiderschapsstijlen kunnen toepassen, sterke teamdynamiek kunnen creëren en succesvolle teammanagement-strategieën kunnen gebruiken. De focus lag op het verbeteren van communicatie, het ontwikkelen van een feedbackcultuur en het stimuleren van teamcohesie en prestaties. Door middel van interactieve oefeningen en casestudy’s hebben de leiders geleerd om een inspirerende en productieve werkomgeving te bevorderen.
De week werd op 12 en 13 september afgesloten met training “conflictresolutie”. Deze training was gericht op het opkrikken van de kwaliteit van de bestuursdienst. Hieraan hebben 10 bestuursambtenaren uit de verschillende districten. De training over conflictresolutie was gericht op het leren van bemiddelingsvaardigheden om conflicten die de burgers aandragen op te lossen. “Als u over mediationvaardigheden beschikt bent u in staat de meeste gereedschappen voor geschilbeslechting toe te passen”, aldus trainer Frans Spekreijse. Alle deelnemers kunnen hierna ook zelf deze trainingen geven aan collega’s waarbij ze onderdelen uit de trainingen ook bij anderen kunnen toepassen.
Beide trainingen zijn georganiseerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Internationaal (VNG-Internationaal) en het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS) en het Onderdirectoraat Districtsbestuur en Decentralisatie. VNG International richt zich op het versterken van democratische lokale overheden in ontwikkelingslanden en landen in transitie. Ze hebben een diepgaande invloed op gebieden zoals veiligheid, voedselzekerheid, rechtsstaat en vrouwenrechten. Zo dragen hun projecten op een duurzame manier bij aan een betere toekomst voor mensen, gemeenschappen en landen.