De Stichting Surinaamse Dovenbelangen (Sudobe) heeft in een lezing haar doelgroep geïnformeerd over het slavernijverleden en de afschaffing van de slavernij. “Dit is de eerste lezing van de organisatie na een pauze van twee jaar, vanwege de Covid-pandemie”, vertellen bestuursleden Berryl Boobo en Tiffany Sampake.
Sherida Held was aanwezig bij de lezing.
“Het was heel interessant en goed. Ik heb de lezing bijgewoond, omdat ik als dove ook geïnformeerd wil zijn. Er is zoveel informatie beschikbaar voor horenden, maar wij willen ook geïnformeerd zijn.” Held wist niet dat het zo lang had gestuurd, voordat de slavernij werd afgeschaft. In gesprek met de tolk, Rosita Etnel, wijst ze naar haar buik om aan te geven dat de huidige generatie haar roots heeft in de tot slaaf gemaakten en degenen die de afschaffing hebben meegemaakt. “Het was geweldig dat Sudobe een tolk erbij heeft gehaald, zodat wij de informatie ook konden begrijpen.”
De lezing is georganiseerd in verband met de herdenking van de formele afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863. Politicoloog Hans Breeveld heeft de informatiesessie verzorgd. Hij heeft een chronologisch overzicht gegeven van het ontstaan van de verschillende benamingen van de formele afschaffing van de slavernij. De eerste benaming was Manspasi of Manspasi Dei bij de afschaffing in 1863. Breeveld vertelt verder dat in 1952 de eerste poging is gedaan voor een vrije dag. Maar toen waren alleen de ambtenaren vrij van het werk. In 1960 hebben Jopi Pengel en Jaggernath Lachmon de beslissing genomen over een nationale feestdag.
Want, zei Lachmon, als er geen afschaffing was geweest, dan was er ook geen migratie (komst Javaanse en Hindostaanse immigranten). Hij zag de afschaffing van de slavernij als een middel dat de nakomelingen van de slaven en immigranten verbindt. De dag is in dat jaar, de Dag der Vrijheden genoemd. In 1993 hebben Afro-Surinamers bij de toenmalige president, Ronald Venetiaan, het verzoek gedaan om de dag ‘Keti Koti Dei’ te noemen. “Ondanks dat 1 juli de Dag der Vrijheden werd genoemd, werd deze grotendeels door Afro-Surinamers herdacht”, was de motivatie van de groep.
Breeveld vindt het geweldig dat Sudobe met een tolk de informatie naar de doelgroep heeft gebracht. Hij is bereid om in de toekomst nog meer lezingen te houden voor de groep. Daarnaast heeft hij ook slavernij in Suriname omschreven. Breeveld is blij met de participatie van de aanwezigen. “Ik heb hun response zeer positief ervaren, zij waren zeer geïnteresseerd en stelden vragen.” Breeveld heeft tijdens de discussie gemerkt dat de doelgroep niet altijd de juiste informatie doorkrijgt. “Ik heb tot mijn spijt geconstateerd dat er soms een loopje wordt genomen met de doven en gehoorgestoorden.”
Tijdens de discussie bleek dat iemand in de zaal had geleerd dat Kwakoe was komen lopen uit Afrika. Het juiste verhaal is, dat het standbeeld is ontworpen als monument voor de afschaffing van de slavernij door Jozef Klas. Omdat 1 juli in het jaar van de onthulling (1963) op een woensdag viel, kreeg het beeld, volgens de Afrikaanse traditie, de naam Kwakoe die aan mannen die op de woensdag werden geboren, werd toegekend als tweede naam. “We moeten daarover gaan praten”, zegt Breeveld over de verkeerde informatie die aan de doelgroep wordt gegeven.