Kenrick Sahadeo, Dimitri Madamsir en Jorryn Simson hebben hun gestelde doel tijdens deelname aan de Elite/U-23 Caribische wielrenkampioenschappen afgelopen weekeind in Guyana niet gehaald.
De Surinaamse wielrijders hadden als voornemen tenminste de wegrace af te maken. Jammer genoeg verliep het zondag teleurstellend af. Naar verluidt had het drietal een zware dag en hebben zij de race niet kunnen afmaken. Zij werden vanwege de grote achterstand uit de race gehaald.
“Ik had niet de juiste fitheid”, was de eerste reactie van Sahadeo. Naar zijn zeggen wilde hij de ontmoeting graag uitrijden, “maar ik ben bij de 4e ronde eruit gehaald.” Volgens Sahadeo is zeker 3 kwart van het peloton uit de race gehaald.
Bovenstaande informatie laat het gat tussen de lokale wielrenners en de regio heel duidelijk zien. “Ik ben teleurgesteld, maar het is al gebeurd. Volgend jaar meer trainen en voorbereiden op zulke toernooien”, gaat Sahadeo verder. Behalve fitheid moeten er ook andere specifieke trainingen worden afgewerkt om beter als wielrenner te worden.
Deze deelname heeft hem in ieder geval laten zien waar hij staat “en wat ik anders moet doen om beter te gaan presteren.” Naar zijn zeggen eist dit evenement heel veel voorbereiding “en jaagt het je in zoveel kosten.” Tijdens de wedstrijd ging de frame van zijn fiets kapot, “waardoor ik heel veel zou moeten uitgeven aan een andere fiets.” Om mee te kunnen gaan met de regio denkt Sahadeo dat lokale wielrenners aan veel wedstrijden van gelijkwaardig niveau moeten deelnemen. Verder meent hij dat er liefst in het buitenland moet worden getraind, omdat het niveau van de locals laag ligt.
Grote achterstand
“We hadden gehoopt uit te rijden, maar helaas is het niet gelukt dus we zijn wel teleurgesteld”, aldus de reactie van Earl van Wilgen. Volgens de voorzitter van de Surinaamse Wielren Unie (SWU) “wilde wij niet tot de grote groep renners behoren, die ze er uit hebben gehaald.” De voorman erkent dat het niveau van de senioren wielrenners in tegenstelling tot het Caribisch gebied laag is. “Ons team was gewoon niet fit en in goede conditie.” Verder merkt het bestuurslid op dat de lokale wielrenners (en met name de senioren) nog een lange weg hebben te gaan.
Om zijn laatste opmerking kracht bij te zetten haalde de bestuurder de laatste lokale wielrenontmoeting ruim 2 weken geleden voor de geest. Junior rijders Jaïr Nortan en Jeörgen Adelaar, die geruime tijd op kop reden, zagen op een gegeven moment kans het peloton weer eens in te halen. Madamsir hoorde ook bij de koplopers, terwijl Sahadeo en Simson zich in de grote groep bevonden. Van Wilgen probeert met dit voorbeeld aan te geven wat de achterstand is.
Naar zeggen van de SWU-baas ligt het niet aan zijn organisatie om de wielrenners beter te maken. “Het zijn de renners die het op de eerste plaats zelf moeten doen. Wij zijn ondersteunend”, vindt hij. Met het laatste probeert de preses te benadrukken dat de SWU de wielrijders opties geeft om aan internationale wedstrijden te participeren. Frans-Guyana is daarbij een uitstekende alternatief, aangezien wielrennen op een hoger niveau in het buurland wordt bedreven.
Verder benadrukt de voorman dat de lokale wielrenners harder moeten trainen als zij het regionaal niveau willen halen. “We hebben serieuze wielrenners nodig.” Echter zal van belang zijn dat voornoemde groep als focus alleen wielrennen moet hebben.
Key News probeerde ook Madamsir en Simson te spreken, maar kreeg ondanks herhaaldelijke pogingen geen reactie.