“In totaal is een bedrag van meer dan US$ 400 miljoen gemobiliseerd voor milieuprojecten. Daarnaast is een bedrag van meer dan US$ 300 miljoen beschikbaar aan regionale fondsen, waar Suriname aanspraak op kan maken”, zei minister Silvano Tjong-Ahin van Ruimtelijke Ordening en Milieu in het parlement.
Tjong-Ahin haade aan dat het ministerie een project portefeuille heeft opgezet van bijkans 50 projecten, die allen zijn voorbereid in de afgelopen 2,5 jaar met een prijskaartje van meer dan US$ 20 miljoen. “We werken hard om de capaciteit op te bouwen, zodat de uitvoering vlot en effectief kan verlopen.” Naast de huidige portefeuille zijn er projecten in de pijplijn, waarvan aanmerkelijke bedragen door donoren zijn gereserveerd voor Suriname.
Zo heeft het Green Climate Fund een bedrag van meer dan US$ 300 miljoen geprogrammeerd voor Suriname, terwijl de IDB een bedrag van 50 miljoen beschikbaar gesteld heeft voor milieuprojecten. Ook Total Energies heeft US$ 50 miljoen vrijgemaakt voor Suriname en de Global Environment Facility een bedrag van USD 8 miljoen. “Deze middelen staan los van wat we in de begroting aantreffen.”
De bewindsman benadrukte wel dat al deze bedragen grotendeels schenkingsmiddelen zijn, maar de daadwerkelijke beschikbaarstelling van deze middelen zal afhankelijk zijn van de inzet en goed bestuur van het land. Hiermee wordt bedoeld dat Suriname wel serieus, professioneel en goed gecoördineerd milieubeleid ten uitvoer moet brengen.
“Het Nationaal klimaatakkoord zal ervoor moeten zorgen dat een ieder wordt gemobiliseerd om bij te dragen aan het milieuprogramma. Het programma zal worden gedreven door onze eigen inzet en prestatie.” Problemen als de grondenrechten problematiek, effectievere handhaving van de houtkap (vooral in gemeenschapsbossen), de kleinschalige goudsector, de illegale ontbossing, het ontbreken van wetgeving etc. zijn allemaal zaken die ook op dit vlak beperkend zijn voor het genereren van middelen.