Onder de nieuwe regels van het akkoord van Parijs, waar Suriname de afgelopen drie jaar met succes heeft onderhandeld, kan Suriname de CO₂-reductie die het gevolg is van de vertragende ontbossing, verkopen.
Dit werd gisteren verduidelijkt door milieuminister, Marciano Dasai op het hoofdkwartier van het departement van Ruimtelijke Ordening en Milieu bij een persconferentie over carbon kredieten en het beleid daaromheen. Suriname is het eerste land in de wereld die vanaf 2020 koolstofreductie heeft kunnen behalen en kunnen rapporteren aan de The United Nations Framework Convention on Climate Change, UNFCC.
Dasai geeft verder aan dat de emissiereductie en koolstofverbruik (ITMO’s) die gemeten zijn in de toekomst gebruikt kunnen worden door Suriname. De ITMO’s moeten geautoriseerd worden door de overheid van een land in het kader van het Parijs akkoord. Het land dat de ITMO’s heeft kan deze aan een ander land overdragen om diens emissie-uitstoot balans aan te passen.
De CO₂-reducties van Suriname kunnen worden doorverkocht aan de ontwikkelde landen die hun eigen klimaatdoelstellingen niet halen, of aan de bedrijven die CO₂-neutrale doelstellingen hebben. De minister geeft aan dat het ministerie trots is op dit feit. Hij benadrukt dat de uitstoot van giftige gassen en andere zaken die een klimaat noodtoestand hebben veroorzaakt niet door Suriname komt, maar iedereen de dupe van de gevolgen wordt.
Dasai geeft aan dat elk land de druk en kosten die het veranderend klimaat heeft op het dagelijks leven, de voedselvoorziening en energieverbruik legt. Hij stelt dat de staat zeker 10 miljard Amerikaanse dollars nodig heeft om Suriname aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering.