Het ministerie van Volksgezondheid organiseert op 27 augustus 2025 een breed stakeholderoverleg om te komen tot een nationaal strategisch plan voor geestelijke gezondheid en zelfmoordpreventie. Het plan moet richting geven aan beleid en concrete acties voor de periode 2025–2030.
Geestelijke gezondheid en zelfmoordpreventie worden in Suriname aangemerkt als een urgente volksgezondheidsprioriteit. Recente onderzoeken tonen aan dat vooral jongeren kwetsbaar zijn: 28 procent van de adolescenten (10–19 jaar) loopt risico op depressie, 33 procent vertoont tekenen van angststoornissen en maar liefst 36 procent rapporteerde in het afgelopen jaar zelfmoordgedachten. Bij volwassenen ervaart bijna één op de vijf milde tot matige psychische klachten, met hogere percentages onder vrouwen, stedelijke bewoners en mensen met lagere inkomens of opleidingsniveaus.
Suriname behoort bovendien tot de landen met de hoogste zelfmoordcijfers in de regio. In 2019 werd een sterftecijfer van 25,9 per 100.000 inwoners geregistreerd, waarbij vooral mannen en jongeren getroffen zijn. Zelfvergiftiging met pesticiden komt in bijna 70 procent van de gevallen voor.
Doel en aanpak
Het Nationaal Strategisch Plan Geestelijke Gezondheid en Zelfmoordpreventie 2025–2030 moet een routekaart worden voor systeemversterking, betere zorgverlening en intersectorale samenwerking. Het sluit aan bij internationale kaders, zoals het WHO Mental Health Action Plan (2013–2030) en de WHO LIVE LIFE-suïcidepreventiestrategie.
De focus ligt op:
- integratie van geestelijke gezondheidszorg in de eerstelijnszorg;
- bestrijding van stigma in de samenleving;
- preventie via educatie en versterking van levensvaardigheden bij jongeren;
- verantwoord mediaberichtgeving over zelfmoord;
- beperking van toegang tot dodelijke middelen.
Consultatiebijeenkomst
De consultatiebijeenkomst vindt plaats op 27 augustus 2025 in Utopia Heritage aan de Anton Drachtenweg in Paramaribo. Er worden circa 40 tot 50 deelnemers verwacht, waaronder vertegenwoordigers van ministeries, gezondheidsinstellingen, NGO’s, academische instellingen, de private sector, internationale organisaties, gemeenschapsorganisaties, religieuze groepen, ervaringsdeskundigen en de media.
Het overleg heeft tot doel:
- nationale prioriteiten en uitdagingen vast te stellen;
- rollen en verantwoordelijkheden per sector te verduidelijken;
- consensus te bereiken over strategische doelen en acties;
- een routekaart en conceptplan op te stellen.
Verwachte resultaten
Het ministerie verwacht dat de bijeenkomst leidt tot een breed gedragen concept van het strategisch plan, inclusief duidelijke vervolgstappen voor operationalisering. Door participatie van uiteenlopende maatschappelijke actoren moet het plan niet alleen evidence-based, maar ook maatschappelijk ingebed en uitvoerbaar zijn.