Suriname is voor zijn eigen ontwikkeling voorstander van een goede relatie met andere landen. Daar waar er verschillen zijn, kiest Suriname geen partij. “Daarvoor zijn we in de eerste plaats te klein, maar het heeft ook geen enkele zin”, zegt minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS).
“We hebben en willen een pragmatische en gebalanceerde buitenlandse politiek, waarbij we vrienden zijn met iedereen en uiteraard het Surinaams belang telt. Dus als dat in die relatie goed tot uitdrukking kan komen en voordelen voor ons heeft, dan gaan we op dat terrein verder.”
Volgens de bewindsman moet het niet betekenen dat Suriname een conflict met het ene land heeft wanneer besloten wordt richting het andere land te gaan. Hij zegt dat de buitenlandse relaties gebalanceerd en duidelijk op de belangen van Suriname gericht moeten zijn. Minister Ramdin merkt op dat dit buitenlands beleid van het land werkt.
“Na twee en een half jaar zien we heel duidelijk dat de wereld ons leert kennen. Hoe meer je jouw visie en inzichten op internationale podia tot uitdrukking brengt, des te meer gaat men kijken en luisteren naar wat wij te zeggen hebben”, aldus de regeringsfunctionaris. Hij zegt dat Suriname daarom ook aanwezig is op internationale ontmoetingen op allerlei niveaus: technisch, ministerieel en staatshoofden niveau.
Deze vorm van relaties behouden, opbouwen en de aanwezigheid internationaal is ook belangrijk omdat het land investeringen moet aantrekken. Verder moet vertrouwen dat verloren was, hersteld worden. Momenteel zijn er solide contacten met het internationale bedrijfsleven, bankwezen c.q. financiële instellingen. Minister Ramdin: “En langzamerhand zien we ook de interesse toenemen.”
Volgens de bewindsman is er echter nog veel te doen, vooral wanneer het gaat om de noodzakelijke hervorming van de economie en het aantrekken van investeerders. Hij geeft aan dat de schuldherschikkingen bijna zijn afgerond en dat de macro-economische parameters op de goede weg van herstel zijn. “Wanneer we dat hebben, gaan we een enorme vooruitgang zien voor Suriname, zeker wanneer de Final Investment Decision door Total Energies zal worden genomen voor olie-exploitatie in Blok 58.”
Alles bij elkaar betekent, aldus de BIBIS-minister dat Suriname internationaal heel actief moet reageren in zijn buitenlandse politiek. “Het is heel vermoeiend en vraagt veel energie, maar ook veel denkwerk. Want je kan niet iets gaan presenteren en het is nietszeggend. We moeten een duidelijke inhoudelijke boodschap uitdragen.”
Belangrijk is volgens minister Ramdin dat: 1. het Surinaams belang telt 2. de productie en productiviteit verhoogd worden en 3. er een aantrekkelijk klimaat voor investeringen gepresenteerd wordt voor nationale én internationale ondernemers. “Als we dat kunnen doen dan zie ik Suriname een mooi en welvarend land worden en dan hebben we het fundament gelegd waarop de volgende generatie verder op kan voortbouwen.”