Suriname versterkt zijn inzet voor duurzaam natuurbeheer met een workshop over efficiënte biodiversiteitsfinanciering, in samenwerking met UNDP en Anton de Kom Universiteit.
Suriname werkt actief aan een efficiëntere en doelgerichte besteding van financiering voor het behoud van zijn unieke biodiversiteit. Tijdens een vervolgworkshop, georganiseerd door het ministerie van Olie, Gas en Milieu in samenwerking met het United Nations Development Programme (UNDP) en de opleiding Sustainable Management of Natural Resources (SMNR) van de Anton de Kom Universiteit, is besproken hoe het land zijn investeringen in natuurbehoud kan optimaliseren. De sessie vond plaats in het kader van het wereldwijd uitgerolde Biodiversity Finance Initiative (BIOFIN), waarvan Suriname sinds kort deel uitmaakt.
Milieudirecteur Ritesh Sardjoe opende de bijeenkomst met een krachtige oproep tot verandering. Hij presenteerde de ‘Green Suriname 3.0’-strategie als richtinggevende visie binnen de bredere nationale Green Development Strategy. “Als we vasthouden aan de huidige aanpak, riskeren we ons carbon negative- en HFLD-status te verliezen. Dat mogen we niet laten gebeuren”, waarschuwde hij. Volgens Sardjoe ligt de toekomst in groene financiering, ecotoerisme en het benutten van ecosysteemdiensten.
Unieke positie van Suriname
Sardjoe wees op de waarde van Surinames bossen als strategische troef: “Wij zijn het meest beboste land ter wereld. Dat is geen last, maar een asset.” Hij benadrukte dat deze natuurlijke rijkdom kan bijdragen aan klimaatweerbaarheid én economische ontwikkeling. Groene financiering kan volgens hem ook oplossingen aandragen voor uitdagingen in onderwijs, gezondheidszorg en schuldaflossing.
Toch erkende Sardjoe dat eerdere plannen vaak op de plank bleven liggen. Met het BIOFIN-proces en internationale ondersteuning moet daar nu verandering in komen. Suriname beschikt al over een Nationaal Biodiversiteit Strategie en Actieplan 2024-2035, in lijn met het Global Biodiversity Framework. Deze strategische voorsprong stelt het land in staat om financieringstekorten, schadelijke subsidies en ontbrekende beleidsincentives inzichtelijk te maken en gerichter te sturen op duurzame resultaten.
Internationale ervaring en uitdagingen
Professor Andrew Seidl, die als expert betrokken is bij BIOFIN, gaf aan dat het programma sinds 2012 in 133 landen actief is en tot nu toe ruim 1,6 miljard dollar aan biodiversiteitsfinanciering heeft gemobiliseerd via onder meer groene obligaties en ecologische belastingen. Tegelijkertijd waarschuwde hij voor het risico van beleidsdiscontinuïteit bij regeringswisselingen en het gebrek aan toegankelijke data. UNDP-consultant Ephrat Yovel onderschreef dit: “Er is wel data, maar niet het detailniveau dat nodig is voor accuraat beleid.”
Oproep tot samenwerking
De workshop werd afgesloten door SMNR-hoofd Usha Satnarain, die pleitte voor een sectoroverschrijdende aanpak. “Biodiversiteit is niet alleen een natuurlijke rijkdom, maar een cruciaal bezit dat onze investering en bescherming verdient”, legde ze uit. Ze riep op tot gezamenlijke inspanning om de rijkdom van de natuur te behouden en verstandig te beheren.
De bijeenkomst markeert een belangrijke stap in Surinames BIOFIN-traject richting 2030. Het land hoopt met deze aanpak ecologische integriteit te koppelen aan economische duurzaamheid, met positieve effecten op zowel nationaal als internationaal niveau.