Aan: De President van de Republiek Suriname
Zijne Excellentie Chandrikapersad Santokhi
Betreft: Bezorgdheid over bejegening van journalisten
Excellentie,
Met een gevoel van grote bezorgdheid richt de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) zich tot u. Wij hadden gehoopt dat na de aanval op journalist Jason Pinas in 2021, de regering haar lessen had getrokken en zich op een meer constructieve wijze zou opstellen tegenover de pers. Helaas zien wij als beroepsgroep de afgelopen maanden een zorgwekkende trend van misplaatste bejegening van journalisten door regeringsfunctionarissen.
Het gaat hier niet om geïsoleerde incidenten, maar om een patroon dat de persvrijheid bedreigt. Enkele voorbeelden van recente gebeurtenissen:
Minister Riad Nurmohamed (Openbare Werken): In augustus uitte de minister zich zeer vijandig tegenover journalisten door hen te bestempelen als “duivels en demonen” tijdens een geschil tussen het Ministerie van Openbare Werken en Starnieuws. Deze toon werd gehandhaafd, zelfs nadat de Staat zich terugtrok en de politieke steun voor de minister verdween. Uw reactie in deze kwestie hebben wij gemist.
Minister Kenneth Amoksi (Justitie en Politie): Tijdens een protest in Albina op 9 september 2024, benaderde een journalist de minister met een feitelijke vraag en kreeg als antwoord: “U bent journalist, waarom zou ik u geloven?” Een dergelijke opmerking van een hooggeplaatste functionaris ondermijnt de essentie van het journalistieke beroep.
Minister Henry Ori (Onderwijs, Wetenschap en Cultuur): Bij de installatie van een nieuwe Raad van Toezicht voor de Academie voor Hoger Kunst- en Cultuuronderwijs, sprak de minister zijn bezorgdheid uit over de media en pleitte voor de oprichting van een mediaraad en een ‘code of conduct’ voor de Surinaamse journalistiek. Hij bekritiseerde het gebruik van informatie uit sociale media en het gebrek aan wederhoor bij bepaalde berichtgeving. Hoewel de minister pleitte voor meer ethiek en kwaliteit in de journalistiek, achten wij zijn oproep voor een mediaraad en een ‘code of conduct’ als een directe aanval op de persvrijheid, die in de grondwet is verankerd. De SVJ beschikt zelf over een ethische code, terwijl ook de Code voor Bordeaux geldt voor de beroepsgroep.
Deze ontwikkelingen baren ons grote zorgen. De vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid zijn fundamentele rechten die essentieel zijn voor een gezonde democratie. Het gedrag van bepaalde leden van uw regering lijkt echter te wijzen op een poging om deze vrijheden te ondermijnen.
De SVJ erkent dat journalisten grote verantwoordelijkheden dragen. Daarbij hanteren zij als richtsnoer de Ethische Principes van de SVJ en in het verlengde ervan ook de Code van Bordeaux. Echter, waar fouten worden gemaakt, moeten zij gecorrigeerd worden, en wij zullen ons inzetten voor de scholing van onze leden. Maar de wijze waarop journalisten nu door enkele regeringsfunctionarissen worden bejegend, is niet acceptabel.
Wij doen een dringend beroep op u, Excellentie, om stappen te ondernemen om deze trend te keren en de noodzakelijke ruimte te waarborgen voor journalisten om hun werk te doen zonder angst voor intimidatie of sancties. Een open en respectvolle relatie tussen overheid en pers is cruciaal voor het goed functioneren van de democratie.
Met de meeste hoogachting,
Naomi Hoever
Voorzitter
Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ)