De toekomst voor mensenrechten in Suriname kan in goede banen geleid worden nu het ministerie van Justitie & Politie (JusPol) een conceptwet Nationaal Mensenrechten Instituut in voorbereiding heeft. Het ministerie heeft woensdag in hotel Torarica de media launch gehad van de voorbereiding en opzet van het Nationaal Mensenrechten Instituut (NMI).
Hiermee probeert het departement bewustwording in de samenleving te creëren over wat een mensenrechteninstituut is en het belang van het hebben van zo een instituut.
Het vooruitzicht is dat na vandaag er verschillende workshops en andere programma’s uitgevoerd zullen worden ten behoeve van het maatschappelijk middenveld, gouvernementele en niet gouvernementele organisaties en andere doelgroepen.
Het NMI heeft ten doel het beschermen en bevorderen van de naleving van mensenrechten. Margo Waterval, mensenrechten specialist, zegt dat dit instituut de brug zal zijn tussen de overheid en het maatschappelijk middenveld. Ook geeft ze aan dat het instituut gebaseerd is op de ‘Paris principles’, die eigenlijk een praktische aanwijzing is bij het instellen van de standaarden waaraan een nationaal mensenrechteninstituut moet voldoen.
“De ‘Paris principles’ zijn eigenlijk beginselen die zijn aangenomen in 1993 en richting geven aan de nationale mensenrechten instituten.” Ze benadrukt dat de ‘Paris principles’ stelt dat de procedure om te komen tot de bemensing van dit instituut transparant moet zijn en de bemensing van het instituut een weerspiegeling moet zijn van de samenleving. De beginselen bepalen zelfs ook hoe de communicatie met de gemeenschap moet geschieden, vertelt Waterval.
Minister Kenneth Amoksi van Juspol heeft op 15 januari de commissie ‘Mensenrechten’ geïnstalleerd. De commissie heeft het eerste concept van de wet NMI reeds afgerond en gepresenteerd. De aanbevolen wijzigingen worden nu verwerkt, waarna de bijdrage van verschillende niet-gouvernementele actoren zal worden vergaard. Hierna zal het conceptwet de weg naar De Nationale Assemblee volgen, zodat deze uiteindelijk kan worden aangenomen.
De bewindsman meent dat mensenrechten heel belangrijk zijn voor een samenleving. Hij is van mening dat niemand binnen de samenleving gediscrimineerd mag worden op welke wijze dan ook. Deze rechten moeten naar zeggen van de functionaris beschermd worden. “De mensenrechten verdragen waar Suriname partij bij is, leggen ons internationaal de verplichting op om alles eraan te doen om de burgers te beschermen.”
De bewindsman wijst erop dat de overheid een nationale verplichting heeft; burgers moeten te allen tijde erop kunnen vertrouwen dat hun rechten als individu zullen worden gerespecteerd en beschermd door de overheid. “Een goed functionerend mensenrechteninstituut zal bijdragen aan de vergroting van het vertrouwen in de rechtsstaat.”
Amoksi wijst erop dat een mensenrechteninstituut de mogelijkheid dient te krijgen om onafhankelijk haar werk te doen. Hij voegt eraan toe dat alleen op deze manier de doelen van het instituut bereikt zullen worden. Een van de voornaamste taken van zo een instituut is volgens de bewindsman het geven van voorlichting en het bevorderen van mensenrechteneducatie.