Gewezen governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en zijn zakenpartner Ashween Angnoe voerden gisteren hun laatste woord. Zij staan terecht voor onder andere corruptie in de zaak rond de CBvS. Beide verdachten bleven volharden in hun onschuld.
In zijn redevoering voerde Van Trikt aan zeer teleurgesteld te zijn in het Openbaar Ministerie (OM) met betrekking tot de aanpak van de zaak. Volgens hem zijn de feitelijkheden en het bewijsmateriaal, die zijn onschuld bewijzen, niet door de vervolging beoordeeld, onderzocht of meegenomen in het gerechtelijk vooronderzoek. “Het gigantische vermogen om mij te criminaliseren, dat is gebruikt in de politieke sfeer, is gestart bij de toenmalige minister van Financien”, zei Van Trikt tegen kantonrechter Malti Kuldip Singh. En delen van de pers en sociale media zijn eenzijdig ermee omgegaan. Dit werd voortgezet door de vervolgingsambtenaar en ook enkele politici. Hierbij is dan een tunnelvisie gecreëerd, is de mening van de gewezen governor. De 642 dagen in voorlopige hechtenis ziet de verdachte als een moeilijk te beschrijven ervaring. Heel erg emotioneel attendeerde hij de rechter erop dat hij zijn kinderen, vrouw, moeder en oma twee jaar niet heeft gezien.
Nimmer de bedoeling voor een misdrijf
In zijn betoog haalde Ashwin Angnoe aan dat het nooit en te nimmer de bedoeling was om een misdrijf te begaan of welke wet dan ook te overtreden. “Dit oogmerk is mijns inziens ook niet aangetoond”, liet de verdachte de kantonrechter weten. Op vragen van de magistraat beweert Angnoe niets te weten van het gebeuren bij de Centrale Bank, omdat hij toen zijn handen vol had aan Orion, het bedrijf waarvan hij de leiding overnam na de instelling van Robert van Trikt als governor van de moederbank.
Afkeuring afhandeling zaak
De raadslieden van de verdachten, Irwin Kanhai, John Kraag en Benito Pick namen in hun dupliek de vervolging zwaar op de korrel. Zij spraken hun afkeuring uit over de nonchalante manier waaarop de zaak is afgehandeld. Volgens hen was het mikpunt van de vervolging vanaf het begin om de verdachten te veroordelen zonder dat er nog enig bewijs is geleverd. “Dat de verdachte willens en wetens de Staat heeft benadeeld, is nergens bewezen zei advocaat John Kraag, een van de raadslieden van Van Trikt, in zijn betoog. Volgens hem is het OM voorbijgegaan aan het feit dat een ‘verdachte’ zijn, nog niet bewijst dat hij een feit heeft gepleegd.
Volgens Benito Pick, raadsman van Angnoe, mocht zijn cliënt bij zijn aanhouding geen contact hebben met hem. “Er is inbreuk hiermee gedaan, omdat elke verdachte recht heeft op bijstand”, redeneert Pick. Hierin is Angnoe beknot geworden en de raadsman vindt het niet heus dat zijn cliënt in deze omstandigheid verklaringen moest afleggen. Bovendien heeft de vervolging in het gerechtelijk vooronderzoek de e-mail tussen Angnoe en de financiële afdeling van de bank, als belangrijk bewijs, achterwege gelaten. Pick heeft de rechter gevraagd het OM niet ontvankelijk te verklaren en heeft vrijspraak geëist van zijn cliënt.
Conclusie Kanhai
Ook de conclusie van Irwin Kanhai was dat er geen bewijs is geleverd bij de tenlastelegging van zijn cliënt Robert Van Trikt. Hij deed een aanvraag voor opschorting van de vrijheidsbeneming van de verdachte. Echter, kantonrechter Kuldip Singh heeft het verzoek van de raadslieden afgewezen. Wel heeft de magistraat nieuwe gezichtspunten gehoord in het dupliek die zij zal meenemen in de beoordeling van de uitspraak op 22 december. Tegen Robert van Trikt en Ashwin Angnoe zijn respectievelijk 10 en 5 jaar gevangenisstraf geëist door het Openbaar Ministerie.