Contant geld verdwijnt niet, maar het gebruik ervan wordt in rap tempo verder ingeperkt. In Nederland en de rest van de Europese Unie komen nieuwe regels die het betalen met grote hoeveelheden cash aan banden leggen. Wat verandert er precies, waarom gebeurt dit en wat betekent het voor burgers?
Nederland: maximum van € 3.000 contant
Vanaf 1 januari 2026 geldt in Nederland een nieuwe regel: bedrijven mogen bij de verkoop van goederen geen contante betalingen van € 3.000 of meer accepteren. Wie bijvoorbeeld een auto, sieraad, kunstwerk of dure elektronica koopt, mag dat bedrag dan niet meer volledig in cash afrekenen.
Betalen tot € 2.999,99 in contanten blijft toegestaan, maar zodra het bedrag daarboven komt, moet de betaling verlopen via een bankoverschrijving, pinbetaling of een andere digitale betaalmethode.
Belangrijk is dat:
- het verbod alleen geldt voor ondernemers;
- particuliere verkopen tussen burgers (zoals via Marktplaats) hier niet onder vallen;
- contant geld bezitten of opnemen volledig legaal blijft.
Volgens de overheid is de maatregel bedoeld om witwassen, fraude en criminele geldstromen moeilijker te maken. Grote contante betalingen zijn lastig te traceren en worden daarom vaker gebruikt in het criminele circuit.
Nederland loopt hiermee vooruit op Europese regelgeving en kiest bewust voor een strengere grens dan de Europese Unie.
Europese Unie: grens van € 10.000
Op EU-niveau is afgesproken dat er een maximale limiet van € 10.000 komt voor contante betalingen aan bedrijven. Deze regel gaat naar verwachting in rond 2027 en zal gelden voor alle 27 EU-lidstaten.
Dat betekent dat in landen waar nu nog geen limiet bestaat, zoals Duitsland en Oostenrijk, straks ook een maximum gaat gelden. Landen die al strengere regels hebben, zoals Frankrijk en Spanje, mogen die behouden.
De Europese grens van € 10.000 is een bovengrens, geen verplicht minimum. Lidstaten mogen dus zelf kiezen voor lagere bedragen, zoals Nederland nu doet met de limiet van € 3.000.
Geen verbod op contant geld
Ondanks wat er soms online wordt beweerd, is er geen sprake van een verbod op contant geld. Burgers mogen cash blijven gebruiken, sparen en opnemen. De regels richten zich specifiek op grote betalingen bij bedrijven, niet op het dagelijks gebruik, zoals boodschappen, openbaar vervoer of kleinere aankopen.
Ook is er geen directe koppeling tussen deze maatregelen en een eventuele toekomstige invoering van een digitale euro. Officieel draait het beleid om meer transparantie en het bestrijden van criminaliteit, niet om het verplicht digitaal laten betalen van burgers.
Wat betekent dit voor burgers?
Voor de meeste mensen verandert er in het dagelijks leven weinig. Wie echter gewend is om grote aankopen contant te betalen, zal zich moeten aanpassen en vaker gebruik moeten maken van digitale betaalmiddelen.
De overheid verwacht dat de maatregelen bijdragen aan een eerlijker en beter controleerbaar financieel systeem. De richting is duidelijk: contant geld blijft bestaan, maar grote cashbetalingen worden steeds uitzonderlijker – eerst in Nederland, en daarna in heel Europa.













