De meningen over de buitenfunctiestelling, van de hoofdinspecteurs Raoul Hellings en Sergio Gentle zijn getroffen door de korpsleiding zijn verdeeld.
Volgens ex-politietopman en ex -justitieminister Edward Belfort zijn de acties tegen de twee onterecht. Hij stelt dat er in deze kwestie sprake is van rancune en dictatuur. De twee buitenfunctie gestelde functionarissen hebben de afgelopen weken in de hoedanigheid van burger geprotesteerd tegen het beleid van de regering. De twee mannen zijn twee van de trekkers van de actiegroep ‘Organic Movement’.
Belfort zegt dat in de hoedanigheid van burger er geen maatregelen getroffen kunnen worden tegen de functionarissen. “De democratie gaat zover dat je naar meneer Santokhi kan stappen, persoonlijk kan zeggen dat hij zijn werk niet goed doet”, zegt hij verwijzend naar het Staatshoofd.
De ex-minister merkt verder op dat de korpsleiding en andere belanghebbende autoriteiten drogredenen zoeken om de twee hoofdinspecteurs in een kwaad daglicht te plaatsen. Belfort zegt verder dat een buitenfunctiestelling hooguit verlengd kan worden in deze case.
Hellings en Gentle moeten een advocaat in de hand nemen, meent de gewezen minister. “De politiehandvest zegt eigenlijk niets bijzonders. Wat Gentle en Hellings hebben gedaan, is een unicum. Ze hebben duidelijk verklaard dat ze burgers van het land zijn en dat zij opkomen voor hun democratisch recht.”
Vicepresident Ronnie Brunswijk, over de kwestie gevraagd, vertelde woensdag aan journalisten geen uitlatingen te willen doen over de zaak. Hij verwees naar de korpsleiding of de justitieminister voor een reactie. Gewezen politiefunctionaris, nu minister van defensie, Krishnakoemarie Mathoera zei eerder dat er in de ‘instructie ambtenaren van politie’ staat hoe agenten zich moeten gedragen. “Het politiehandvest geeft heel duidelijke richtlijnen met betrekking tot het gedrag van politieambtenaren. Het zou wat moois zijn”, merkte Mathoera eerder op over de deelname Hellings en Gentle aan de protestacties.
Mathoera zegt dat, indien een functionaris mee wil doen met protesten, die afstand moet doen van zijn functie. “Het zou wat moois zijn als ik morgen zeg ik ben burger en ik ga protesteren. Of de bevelhebber morgen op straat komy en zegt ik ga nu protesteren, want ik ben burger van het land en ik heb recht op vreedzame betoging.” Mathoera merkte op dat functionarissen in soortgelijke functies een andere taak in de samenleving hebben en niet kunnen protesteren als de normale burger.