Tijdens de vergadering van De Nationale Assemblee (DNA) donderdag 21 oktober heeft het lid Ronny Asabina (BEP) opheldering gevraagd aan de minister van Volksgezondheid over de vervaldata van bepaalde vaccins. Asabina maakt zich druk hierover en vroeg naar wat het beleid van de regering is, als blijkt dat de vaccins vervallen voordat zij gebruikt kunnen worden. Suriname beschikt momenteel over het AstraZeneca-, Pfizer-, Moderna- en Sinopharm-vaccin. Minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid gaf aan dat de vervaldata van een deel van het AstraZeneca-vaccin eind oktober 2021 is. Het andere deel vervalt eind november van dit jaar, terwijl het Moderna-vaccin eind december vervalt, Pfizer 2022 en Sinopharm mei 2023. De bewindsman verzekert dat de huidige voorraden gebruikt zullen worden voordat ze vervallen.
Regionaal partnerschap
Ramadhin weerspreekt beweringen dat Suriname 40.000 doses vaccin aan Jamaica heeft gedoneerd vanwege overschot. Er zou volgens hem juist sprake zijn van regionaal partnerschap, internationale samenwerking en solidariteit. Hij bracht de DNA-leden terug naar het moment toen Suriname zijn eerste partij vaccins gedoneerd kreeg van Barbados en India. Het ging in deze om 51.000 doses AstraZeneca. “Deze landen waren niet verplicht aan Suriname te doneren, want ook zij hadden vaccins nodig. Ook zij hebben golven meegemaakt, hield de bewindsman de vergadering voor tijdens het beantwoorden van de vragen in DNA. Er zou ook tijdens een Caricom-staatshoofdenmeeting zijn aangehaald dat lidlanden zoveel mogelijk vaccins delen vanwege de lage vaccinatiegraad in de regio. Suriname zou op basis van planning, behoefte en levering in de vraag naar vaccins hebben voorzien. “Wij hebben Jamaica geholpen en het was de regering dankbaar.”
Uitvaartbedrijven
Tijdens de vragenronde is er ook opheldering gevraagd aan de gezondheidsminister over het feit dat slechts een uitvaartbedrijf is belast met het afhandelen van Covid-doden. Dit is het ministerie niet bekend. Ramadhin zegt dat verschillende uitvaartbedrijven een training hebben gevolgd om Covid-doden af te leggen en uitvaarten te verzorgen. “Vanuit de regering bestaan er geen restricties voor een bepaald uitvaartbedrijf”, verduidelijkt de minister. De enige voorwaarde is, dat het personeel van het uitvaartbedrijf een infectiepreventietraining bij het Bureau voor de Openbare Gezondheidszorg of het Academisch Ziekenhuis Paramaribo moet hebben gevolgd. De minister zegt dat er op het stuk van uitvaart een heel goede samenwerking bestaat tussen de uitvaartbedrijven. Zo wordt er onderling samengewerkt in gevallen waar het ene bedrijf niet beschikt over een gescheiden lijkwagen, waarmee het transport van Covid-doden moet plaatsvinden.