Het voorkomen en bestrijden van money laundering (ML) en terrorismefinanciering (TF) vereist een internationale aanpak. ML vindt plaats aan het einde van de keten van een illegale industrie, want het impliceert misbruik van het wereldwijde financieel systeem door het witwassen van crimineel verkregen geldstromen.
Denk aan het genereren van ontelbare gelden middels de verschillende vormen van financiële criminaliteit zoals fraude, omkoping en corruptie, witwaspraktijken, cybercriminaliteit, belastingontduiking, moderne slavernij en mensenhandel, terrorismefinanciering en illegale handel in wilde dieren. In dit artikel staat de noodzaak van een verscherpte bijgewerkte Surinaamse compliance wetgeving centraal als legitieme basis voor de rechtshandhaving, het toezichtsysteem en de vervolging door het justitieel apparaat in de strijd tegen financiële criminaliteit.
FATF-aanbevelingen
Suriname heeft zich als lidstaat van de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF) – een zusterorganisatie van de FATF – eraan gecommitteerd het juridisch kader bestaande uit 40 FATF-aanbevelingen betreffende anti-money laundering (AML) en 9 speciale FATF-aanbevelingen betreffende de bestrijding en TF effectief te implementeren in het rechtssysteem. In dit verband heeft ons land in de periode van 2019 – medio 2020 de Nationale Risico Assessment (NRA) uitgevoerd met als doel om de risico’s voor ML en TF per sector in kaart te brengen. De resultaten van dit assessment zijn vastgelegd in het NRA-rapport van 15 november 2021 dat de basis vormt voor de verrichte 4e evaluatieronde van de CFATF. In november 2022 zal de CFATF bekendmaken hoe de implementatie van de FATF-maatregelen zijn verlopen en of er sprake is van een efficiënt en effectief werkend systeem. De cruciale vraag is of Suriname wel of niet zal worden geblacklist. Blacklisting kan plaatsvinden vanwege het in onvoldoende mate nemen van ML/TF risicobeperkende maatregelen. De CFATF kan ons land, bedrijfsleven en burgers sanctioneren waardoor Suriname niet mag toetreden tot de internationale financiële markt en in een financieel isolement zal terechtkomen.
Huidige Surinaamse Compliance wetgeving
In 2002 zijn in ons land enkele wetten in werking getreden die gericht zijn op preventie en bestrijding van ML en TF, waaronder de wet Melding Ongebruikelijke Transacties (MOT) en de Wet Identificatieplicht Dienstverleners (WID), welke beiden in 2012 en 2016 zijn gewijzigd. Opmerkelijk is dat deze wetten aanvankelijk zagen op dienstverlening van financiële instellingen.
Wet MOT
Zowel financiële als niet-financiële dienstverleners hebben een schriftelijke meldingsplicht, al dan niet digitaal, bij het vermoeden van ML. De meldingen moeten worden gedaan bij de FIU Suriname, die onder toezicht van de Procureur-generaal zelfstandig en onafhankelijk uitvoering geeft aan haar specifieke taken en bevoegdheden. Denk aan de analyse van ongebruikelijke transacties en het toezicht op de naleving van de Wet MOT en WID. Dienstverleners hebben een bewaarplicht van identificatiedocumentatie en gegevens over zowel nationale als internationale transacties gedurende de zakelijke relatie, maar tenminste zeven jaar na het einde van de zakelijke relatie. Rekening houdend met de geheimhoudingsplicht geldt voor de melder een bescherming tegen strafrechtelijke en burgerlijke aansprakelijkheid wegens beperking van contract, wet of administratieve bepaling. Met toezicht zijn belast de Centrale Bank van Suriname op de financiële dienstverleners, Toezicht en Controle Instituut Kansspelen, de zgn. Gaming Board, op aanbieders van kansspelen en FIU Suriname op niet-financiële dienstverleners.
WID
Dit is een uniforme gedragslijn voor dienstverleners met betrekking tot de vaststelling van de identificatie van hun cliënten en uiteindelijke belanghebbende tijdens het cliëntenonderzoek. Vermeld cliëntenonderzoek vindt bij nieuwe cliënten plaats voorafgaand aan de dienstverlening en bij bekende cliënten tijdens de zakelijke relatie. Vermeldenswaardig is dat politiek prominente personen (Peps) met prominente overheidsfuncties in het buitenland een verscherpt cliëntenonderzoek ondergaan. Dit geldt óók voor non-profitorganisaties die overeenkomstig de FATF-aanbevelingen misbruikt kunnen worden door terroristische organisaties en of door terroristen om financiële middelen te vergaren en of over te maken. Tenslotte kent WID een bewaarplicht van documentatie en gegevens voor zowel nationale als internationale transacties gedurende de zakelijke relatie, maar tenminste zeven jaar na het einde van de zakelijke relatie. Het onderhouden van een relatie met correspondentbanken vraagt bijzondere aandacht voor het gebruik van transitrekeningen.
Ontwerpwet ‘Wet ter voorkoming en bestrijding van Moneylaundering en Terrorismefinanciering’
• Een uitzondering op de meldingsplicht is de situatie dat niet-financiële dienstverleners – waaronder advocaten en notarissen – tijdens hun werkzaamheden als onafhankelijke juridische adviseurs optreden en zij informatie ontvangen over hun cliënten, die tot vermoedens van ML/TF leiden en het beroepsgeheim van toepassing is.
• Dienstverleners zijn verplicht om maatregelen te nemen met betrekking tot vereenvoudigde en verscherpte cliëntenonderzoeken, waarbij steeds een risico georiënteerde benadering wordt toegepast. Afhankelijk van de omstandigheden van de cliënt wordt met het oog op doorgang van de normale dienstverlening een cliëntenonderzoek verricht zonder de effectiviteit van de misdaadbestrijding te compromitteren.
• Illustratief is de aanvulling inzake Peps door onderscheid te maken tussen de buitenlandse en de binnenlandse Peps. Nog tenminste een jaar na beëindiging van het bekleden van de openbare functie worden de functionaris, directe familieleden en naaste zakenrelaties aangemerkt als Peps.
• In verband met de bewaarplicht van identificatiedocumenten en gegevens kan in geval van strafrechtelijk onderzoek de termijn van zeven jaar worden verlengd.
• Gegevensuitwisseling uit het register tussen Meldpunten is mogelijk middels een verdrag of Memorandum Of Understanding. Gelet op een strafrechtelijk onderzoek is het verstrekken van gegevens slechts mogelijk door een rechtshulpverzoek ingevolge een verdrag.
• De toezichthouder kan een boete opleggen van maximaal SRD 1.000.000 per overtreding en een dwangsom van maximaal SRD 100.000 per dag.
• Tenslotte voorziet de ontwerpwet voor de bestrijding van ML/TF voor nationaal beleid en coördinatie in een AML Steering Council en AML Centrum.
Conclusie
Na goedkeuring van De Nationale Assemblee zal de huidig versnipperde Surinaamse compliancewetgeving, namelijk de Wet MOT en WID, worden vervangen door een uniforme geactualiseerde wet die is opgesteld conform internationale normering. Deze ontwerpwet zal het juridisch raamwerk zijn voor een adequate rechtshandhaving, toezichtsysteem en vervolging in de strijd tegen financiële criminaliteit. Ter bevordering van de effectiviteit van het Surinaams AML-raamwerk is bovendien belangrijk passende interinstitutionele kaders tot stand te blijven brengen voor samenwerking en coördinatie tussen de verschillende autoriteiten, nationaal en internationaal.
Fight Financial Crime in Suriname (www.ffcsr.com)
[email protected]