Het verkiezingsjaar 2025 wordt een belangrijke mijlpaal voor Suriname, aldus voorzitter Steven Debipersad van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES). Hoewel het Internationaal Monetair Fonds (IMF) positieve beoordelingen geeft over de koers naar economische stabiliteit, blijft de Surinaamse economie fragiel. De hoop ligt op toekomstige olieproducties vanaf 2028 en de effecten van investeringen die hierop vooruitlopen.
Volgens Debipersad blijft de economie kwetsbaar door inefficiëntie bij het genereren van overheidsinkomsten, hoge schulden en een gebrek aan diversificatie. De economische groei in 2024, gedreven door hoop op het finale investeringsbesluit van TotalEnergies voor olieblok 58, wordt geschat op 3%. Voor 2025 wordt een groei van 4% verwacht, mede dankzij olie- en gasprojecten.
De VES-voorzitter benadrukt het belang van transparantie in contracten en besluitvorming, waaronder het finale investeringsbesluit. “Openheid is essentieel voor eerlijke concurrentie en het behalen van economische ambities”, zei Debipersad.
Hoewel de staatsschuld daalde van 90% van het BBP in 2023 naar 87% in 2024, blijft de nominale schuld toenemen. In 2024 steeg deze met meer dan één miljard SRD. Het beheersen van de schuldenlast blijft een grote uitdaging voor de huidige en toekomstige regeringen.
Na een periode van relatieve rust op de valutamarkt, steeg de wisselkoers in het laatste kwartaal van 2024 van SRD 28 naar SRD 36 per Amerikaanse dollar. Deze sterke stijging illustreert volgens Debipersad de fragiele staat van de economie en heeft geleid tot een verdere afname van de koopkracht van huishoudens.
Een ander probleem dat de economische vooruitgang belemmert, is de hoge werkloosheid, vooral in de context van een grote informele sector. Dit maakt het moeilijk om een accuraat beeld te krijgen van de arbeidsmarkt en de economische situatie.
Het IMF heeft in 2024 leningen vrijgegeven ter waarde van 185 miljoen USD, gebaseerd op positieve beoordelingen. Voor 2025 staat een negende evaluatie gepland, die van groot belang is om de voortgang van het IMF-programma te meten. Deze evaluatie zal plaatsvinden te midden van de verkiezingsdynamiek, wat de uitkomst extra cruciaal maakt.
Debipersad waarschuwt dat populistische beleidsmaatregelen de afgelopen jaren de economische vooruitgang hebben vertraagd. Hij pleit voor structurele hervormingen, duurzame armoedebestrijding en een focus op productie en diversificatie. Daarnaast wordt een nieuw IMF-programma aanbevolen, hoewel hij benadrukt dat dit niet voldoende is zonder aandacht voor de reële sectoren van de economie.
“De uitdaging ligt in het duurzaam aanpakken van armoede en het versterken van de productiesector. Alleen zo kan Suriname economische stabiliteit bereiken,” concludeerde Debipersad.