In eenvoud en soberheid werd de afgelopen week in de Kathedrale Basiliek van Sint Petrus en Paulus met een speciale dienst herdacht dat Karel Choennie al vier decennia geestelijk werk verricht in Suriname. Tien daarvan als monseigneur, wat in januari 2026 tien jaar zal zijn.
Samenwerken aan de ontwikkeling van de algehele gemeenschap
40 jaar geleden werd hij door wijlen bisschop Aloysius Zichem tot priester ingewijd. Dienstbaarheid staat voor de monseigneur synoniem voor het werk van de kerk: samen werken aan de ontwikkeling van de algehele gemeenschap. “Het is het volk dat je tot priester maakt. Dat erkent jouw priesterschap en gaat in op je raadgevingen. Dat vraagt om zegeningen, om hun kinderen te dopen en bij huwelijken te assisteren. Als de mensen je niet zien als de man van God, als iemand die plechtige zegeningen kan uitspreken en wijze raad kan geven, dan blijft het bij je aanstelling.”
Dit heeft hij de afgelopen veertig jaar ook zo ervaren, vertelt hij. “Je kunt niet in je eentje een kerk opbouwen, je hebt mensen nodig die je vertrouwen, die weten dat wanneer we samen iets beginnen, we het ook samen zullen voltooien. Zo krijg je groei in die gemeenschap.”
Zijn wapenspreuk staat in Mattheüs 22:36-40 : “Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.”
Choennie heeft als priester op verschillende plekken binnen Paramaribo gediend, en als bisschop voornamelijk in de districten en het binnenland. Daarbij heeft hij mogen ervaren dat iedere gemeenschap zijn eigen problemen heeft, maar ook mogelijkheden. “Het gezin is belangrijk, maar mensen hebben behoefte aan een gemeenschap van geborgenheid, aan mensen die dezelfde idealen hebben en nastreven. Dat is de steun die een kerk geeft. Als je verschillende kerken samenbrengt, dan bouw je aan een volk, aan de gemeenschap.”
Hieruit vloeit voort dat er onder andere scholen, internaten en ziekenhuizen worden gebouwd. Een ander effect is de gemeenschapszin waarbij er voor ouderen en wezen wordt gezorgd. Niet alleen het financiële aspect telt dan mee, maar ook het tot stand brengen ervan.
Pittig van karakter en heel direct
De bisschop staat bekend als een persoon die geen blad voor de mond neemt en die soms pittig uit de bocht kan komen. Daaruit blijkt voor een deel zijn maatschappelijke betrokkenheid, zo omschrijft hij het zelf. “Eigenlijk zou iedere geestelijke zo ‘n instelling moeten hebben. Je kunt niet geïsoleerd in de kerk bezig zijn met slechts bidden en zingen en de maatschappelijke realiteit van bijvoorbeeld armoede, onrecht, uitbuiting en onrechtvaardigheid niet onder ogen zien. Daar moet je als man van God toch wel iets van zeggen.”
Hij verwees hierbij naar de profeten, maar ook naar Christus die dat in hun tijd deden. Ze zijn zowel kritisch geweest naar machthebbers, als naar mensen binnen de godsdienst die de bijbel predikten maar daar niet naar handelden. De monseigneur is van mening dat een ieder een kritische geest zou moeten hebben en niet zou moeten terugdeinzen, want “mensen in deze wereld kunnen je fysiek misschien wel kwaaddoen, je opsluiten of bedreigen, maar in feite kunnen ze niets. Eigenlijk zegt God dat je zonder vrees, onderscheid of aanziens des persoons moet spreken.”
Choennie hekelt het feit dat sommigen streng zijn naar eenvoudige mensen en dan weer onderdanig naar rijken en hooggeplaatsten in de samenleving. Kritiek moet van hoog tot laag kunnen en niet selectief zijn. “Iedereen moet tot orde geroepen kunnen worden. Aan iedereen moet getoond worden wat God of het Evangelie vraagt. Dat is geen bijzondere eigenschap, iedereen zou die moeten hebben.”
Monseigneur Choennie zegt ernaar uit te kijken om te genieten van zijn pensioen, maar geeft meteen aan dat dat nog even op zich zal laten wachten vanwege het gebrek aan eigen priesters in Suriname waaruit een opvolging kan worden gekozen. Hij kreeg van zijn kerkleden een auto cadeau, gekocht met het ingezameld geld.