Diverse aspecten van de periode van Hindostaanse contractarbeid zijn goed tot uiting gekomen tijdens de viering en herdenking van 150 jaar Hindostaanse Immigratie. Bij de Marine trap is er een simulatie gegeven van de aankomst van de eerste Hindostaanse contractarbeiders naar Suriname.
Terwijl er een menigte zich had verzameld langs de kantlijn, werd er een demonstratie gegeven door het schip ‘Lalla Rookh’. Daarbij werd er heen en weer gewaaid met zowel de Surinaamse als de Indiase vlag. Zowel de delegatie die uit India is gekomen voor de activiteiten, onder leiding van President Droupadi Murmu, als de regering van Suriname onder leiding van President Chandrikapersad Santokhi, was goed vertegenwoordigd bij dit spektakel.
Nadat er een demonstratie is gegeven kwamen de ‘eerste migranten’ van het schip gekleed in het wit met hun hebben en houwen in een doek gebonden aan een stok. Dit ging gepaard met een warm welkom in de vorm van een applaus van de aanwezige hoogwaardigheidsbekleders. En zoals het toeging tijdens de contractperiode, werden de migranten door een ‘ambtenaar’ opgewacht aan het begin van de brug zodat hun namen opgenomen konden worden in het migratieregister. Bij de simulatie op 5 juni is er nagebootst welke moeilijkheden de beide partijen ervoeren om de namen zou goed mogelijk in de registers te kunnen opnemen.
De ‘migranten’ hebben zich vervolgens verplaatst naar het Onafhankelijkheidsplein waar de stichting van een Hindostaanse dorp, zoals dat gebeurde in de contractperiode, werd nagebootst. Daar waren de twee presidenten ook getuige van. Na dit gebeuren heeft de delegatie zich verplaatst naar het standbeeld van Baba & Mai waar er een bloemenhulde is gedaan door de twee presidenten.
President Santokhi benadrukte dat er hulde wordt gebracht voor de moed en strijd die de Hindostaanse voorouders hebben geleverd. Ook zei hij dat het door de inzet van hun is dat de Hindostanen zich op een degelijke manier hebben kunnen ontwikkelen in Suriname. Tegelijkertijd wees hij erop dat het brengen van hulde aan de voorouders een motivatie moet zijn voor de huidige generatie om het goede werk voort te zetten. Daarmee verwees hij dat er gewerkt moet worden zodat de komende generaties een goede basis hebben.
Ook is er een bloemenhulde geweest bij het standbeeld van Mama Sranan. De president benadrukte eerder dat iedereen, ongeacht afkomst, samen zal moeten werken om Suriname verder tot ontwikkeling te brengen.
Verder is er in verband met 150 jaar Hindostaanse immigratie de drie verzetstrijders Mathoora, Ramjanne en Jumpa Rajgaroo vereeuwigd, door de onthulling van een monument te Fort Zeelandia. Deze verzetstrijders staan bekend in de contractperiode als hen die opkwamen voor hun lotgenoten voor betere leef- en werkomstandigheden op de diverse plantages. President Santokhi zegt dat de regering ondanks de tegenslagen ook offers brengt voor de totale samenleving.