Hoewel verdachten bij wet recht hebben op kosteloze rechtsbijstand, is er voorlopig geen toegang tot deze voorziening. Raadslieden die de ‘gratis bijstand’ verleenden aan de mensen die niet zelf een advocaat kunnen betalen, zijn per 1 juni jongstleden daarmee gestopt. Ze zijn niet te spreken over het uitblijven van een redelijke verhoging van wat ze noemen ‘de schandalig lage vergoedingen’ die ze van de overheid krijgen.
De effecten van het protest zijn inmiddels al goed merkbaar in de rechtszaal. Nadat de rechter begin deze week een verdachte zijn recht op rechtsbijstand had voorgehouden, deelde die mee dat hij graag een advocaat in de arm had willen nemen. Echter, hij kon die niet betalen.
De wet voorziet dat verdachten onder die omstandigheden aanspraak maken op kosteloze rechtsbijstand. In de praktijk voegt de rechter een advocaat bij de zaak. Maar in dit specifiek geval liep de poging van de rechter schipbreuk. Geen van de aanwezige advocaten stelde zich beschikbaar.
Advocaat Radjes Bhoewar heeft de rechter bij die gelegenheid ingelicht over de actie die per 1 juni is ingegaan. Hij licht in gesprek met Key News Suriname toe dat de tegemoetkoming sterk is achterhaald, zodanig dat er steeds minder interesse is de inspanning te plegen.
Raadslieden krijgen voor hun bijstand aan in verzekering gestelde verdachten die aanspraak maken op rechtsbijstand SRD 75. De schadeloosstelling loopt in de fasen na de inverzekeringstelling op tot SRD 100. Voor hun diensten in een zaak die bij de kantonrechter dient bedraagt de vergoeding SRD 150 per zitting en kan oplopen tot SRD 450. Indien het gaat om een zaak in hoger beroep kan de advocaat SRD 200 toucheren. Deze vergoeding kan oplopen tot maximaal SRD 600.
De advocaten kregen na communicatie met minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie te horen dat er geen geld beschikbaar is om hun eis te kunnen inwilligen. Daarna richtten zij op 26 april jongstleden een schrijven aan het Kabinet van de President. De brief is getekend door advocaat Hemchand Matawlie, een van de trekkers van de groep.
De actievoerders kregen response op 2 juni, een dag na ingang van het actiemodel. Waarnemend algemeen directeur van het Kabinet van de President schreef terug: ‘Kortheidshalve wordt u verwezen naar het schrijven van de minister van Justitie en Politie, de heer K. Amoksi, gedateerd 17 mei 2023 met kenmerk …’. Bhoewar kon zijn ergernis over dit antwoord nauwelijks bedwingen. Hij zegt dat met die brief de raadslieden eigenlijk terug zijn bij af.
De actuele situatie is dat de verdachten, die vóór 1 juni reeds kosteloze bijstand genoten, niet in de steek worden gelaten. De bijstand gaat gewoon door. Maar nieuwe zaken worden niet aangenomen. Verschillende raadslieden onderkennen dat de actie een bepaalde druk legt op de strafrechtspleging.