Er is een overleg geweest tussen de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), de minister van Financiën en Planning, de leiding van het Directoraat der Belastingen en de adviseur van het ministerie op maandag 15 augustus. Dat meldt de VSB in een persbericht.
Tijdens het overleg zijn nogmaals de inzichten en bezwaren die het bedrijfsleven heeft met betrekking tot de invoering van de belasting toegevoerde waarde (btw) besproken. “Hoewel het proces van de totstandkoming van de conceptwet BTW en indiening daarvan bij de De Nationale Assemblee (DNA) geen schoonheidsprijs verdient, waren beide partijen het erover eens dat de ogen op de toekomst moeten worden gericht”, zegt de VSB.
Minister Armand Achaibersingh van Financiën en Planning heeft de VSB voorgehouden dat het invoeren van de btw een transformatieproces is en dat er op het ministerie ook wordt gewerkt aan automatisering van het belastingsysteem. Ook zal er een communicatietraject worden ingezet voor de samenleving, maar in het bijzonder voor de ondernemers.
De VSB heeft haar bezwaren kenbaar gemaakt tijdens het overleg. De organisatie zegt voorstander te zijn van het invoeren van de btw, maar benadrukt de “tijdsdruk en het belang voor Suriname”. De VSB geeft aan dat met het invoeren van de btw de internationale fiscale concurrentiepositie van Suriname zal verbeteren en deze ook de belastingopbrengsten zal vergroten voor de overheid.
Echter, de VSB geeft aan, dat zoals het er nu uit ziet met de behandeling van de Wet BTW in DNA, deze wet die in januari 2023 moet worden uitgevoerd, meer kwaad zal doen dan goed. Met de sociaal-economische omstandigheden zou met het implementeren van de btw sprake zijn van een hoge inflatie van 60 procent, daarom stelt zij voor om enkele zaken onder de loep te nemen. Zoals het tarief en de grondslag voor btw, proces van verbetering en de overgangsregelingen.
Er wordt een standaardtarief voor btw voorgesteld door het bedrijfsleven van niet hoger dan 5 procent. “Dit houdt in dat de gemiddelde belastingdruk op de consumentenprijzen wordt verlaagd met ongeveer 2 procentenpunten. Deze verlaging is noodzakelijk om de gebreken en problemen in de wet op te vangen.” Gebreken zoals de relatie met aanverwante wetten, uitvoeringscapaciteit en de huidige economische omstandigheden.
Volgens de berekeningen van de deskundigen van de VSB is het btw-tarief van 15 procent vergelijkbaar met een omzetbelasting van rond de 30 procent. Deze verhoging vindt de VSB “totaal onverantwoord en onnodig”. Zij stelt voor om naar de vele mogelijkheden tot verbreding van de belastinggrondslag te kijken. Als voorbeeld haalt de VSB aan het belasten van de toegevoegde waarde van casino’s, cambio’s en andere gevallen van verbruik in ons land.
De VSB zegt dat een tarief van 5 procent voordelen zal opleveren voor de begroting van de overheid en de totale samenleving en ook kan zorgen voor sociaal-economische rust in ons land. De VSB heeft tijdens dit gesprek enkele aspecten waarover er onduidelijkheid was, namelijk uitholling van de belastinggrondslag, kostprijsverhogende maatregelen en onuitvoerbare regelingen, belicht. De organisatie benadrukt dat bij de overgangsregelingen urgente correcties nodig zijn om discriminatie tegen Surinaamse producenten tegen te gaan. Verder is het van belang geen formaliteiten en processen te vereisen die niet door administratieve systemen verwerkt kunnen worden.
De VSB werd bijgestaan door fiscaal jurist Stanley Esajas en heeft de meeting met het Ministerie van Financiën en Planning als constructief ervaren. Zij verwacht op basis van deze bespreking, dat de argumenten welke zijn aangedragen, grond zullen vinden voor een gedegen aanpak van de btw. De VSB zal binnenkort met informatiesessies starten voor haar leden om ook het bedrijfsleven klaar te stomen voor een succesvolle invoering van de wet per 1 januari 2023.