De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) plaatst kritische kanttekeningen bij het traject rond het actuarieel onderzoek naar het Algemeen Pensioenfonds (APF).
In de week van 2 tot en met 5 december 2025 bracht een verkenningsmissie van de Inter-American Development Bank (IDB) een bezoek aan Suriname om de institutionele en wettelijke capaciteit van het APF en andere betrokken partijen in kaart te brengen. In dat kader vond op donderdag 4 december een bespreking plaats bij de VSB.
Volgens de werkgeversorganisatie kan het pensioenstelsel niet los worden gezien van het bredere arbeids- en sociaal-economische beleid. Pensioen is een direct gevolg van arbeidsjaren, beloning, sociale voorzieningen en arbeidswetgeving. De VSB benadrukt dat een herziening van het pensioenstelsel alleen zinvol is wanneer tegelijkertijd wordt gekeken naar werkgelegenheid, arbeidsmarkt en sociale zekerheid.
De VSB stelt verder dat een algemene pensioenregeling pas kans van slagen heeft als er voldoende maatschappelijk draagvlak is. Werknemers, werkgevers en overheid moeten binnen een tripartiet overlegmodel structureel worden betrokken. Een continue dialoog tussen deze drie sociale partners is volgens de organisatie onmisbaar.
Hoewel de VSB de betrokkenheid van internationale instellingen als de IDB op prijs stelt, wijst zij erop dat de ingehuurde consultants zich nog in een oriënterende fase bevinden en in feite “bij nul” beginnen. Dit terwijl lokale actoren – waaronder werkgevers- en werknemersorganisaties – al jarenlang analyses, adviezen en concrete voorstellen met de autoriteiten delen. Ook verwijst de VSB naar de uitgebreide studie die de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) in 2023 en 2024 uitvoerde, resulterend in een National Social Protection Strategy, waar volgens de organisatie nog onvoldoende opvolging aan is gegeven.
De werkgeversorganisatie waarschuwt dat er een risico bestaat dat opnieuw middelen worden uitgegeven aan externe studies die grotendeels reeds beschikbare informatie herhalen. De bestaande kennisbasis in Suriname, opgebouwd door lokale deskundigen en instellingen, moet volgens de VSB als vertrekpunt worden genomen. Dat is niet alleen kostenefficiënt, maar versterkt ook de lokale instituten en het gevoel van eigenaarschap over de hervormingen.
De VSB verwijst in dit verband naar een eerder ingebracht memorandum in het Tripartiet Overlegorgaan over herziening van de Wet Algemeen Pensioen (WAP). Daarin worden onder meer versterking van het bestuurlijk toezicht op het APF, meer transparantie in beleggingen en uitvoering, een evenwichtig systeem voor premie-inning en uitkeringsberekening en een betere inbedding van de pensioenwetgeving in een breder sociaal-economisch kader voorgesteld. Ook pleit de organisatie voor een efficiënte backservice richting midden- en kleinbedrijf en voor duidelijke uitsluitings- en vrijstellingsbepalingen in de wet.
Volgens de VSB is het onwenselijk dat bedrijven met een goedgekeurde cao-regeling of bedrijfsverzekering met gelijkwaardige of betere pensioenvoorzieningen toch verplicht worden deel te nemen aan het APF. Dat zou leiden tot dubbele lasten voor werkgevers en werknemers en tot een ongelijk speelveld tussen bedrijven die al op verantwoorde wijze in pensioen hebben geïnvesteerd. Een toekomstbestendige pensioenwet moet daarom ruimte laten voor differentiatie en vrijstelling, onder toezicht van de Centrale Bank van Suriname.
De vereniging besluit met een oproep tot een gestructureerde, gecoördineerde en participatieve aanpak. Een duurzaam en rechtvaardig pensioenstelsel vraagt volgens de VSB om meer dan alleen technische analyses: visie, consistent beleid en vertrouwen tussen de sociale partners zijn daarbij onmisbaar. De eerder aangedragen voorstellen van de VSB kunnen volgens de organisatie dienen als bouwstenen voor het verdere IDB-onderzoek en de voorgenomen hervormingen.












