Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur heeft op donderdag 3 augustus 2023 een presentatie gehouden over de vernieuwingen binnen het onderwijs en de assessmentprocedure.
Het gaat erom dat het systematisch documenteren van gegevens over de leerstof van leerjaar tien binnen de nieuwe structuur van het onderwijs wordt verbeterd. De minister geeft aan dat hij met de nieuwe structuur probeert een aantal vernieuwingen in te zetten die in het belang zijn van het kind. Die vernieuwingen hebben te maken met een nieuwe basisschoolgedachte, waarbij er gesproken wordt over tien klassen.
Bekend zijn de eerste tot de achtste klas en de twee kleuterklassen. Wat er nieuw bij komt zijn de laatste twee klassen, negen en tien. Klas een tot en met acht is een verzameling van wat bekend is als kleuter- en lager onderwijs. De klassen negen en tien kunnen worden vergeleken met middelschoolklasse een en twee.
De vroegere GLO-toets waar mensen mee opgegroeid zijn, leverde behoorlijk wat problemen waarbij jonge kinderen uit het systeem vielen. “Het onderwijssysteem moest dus enigszins op maat gemaakt worden door erop te letten dat kinderen niet meer blijven zitten en ze meer kansen hebben om in het systeem te blijven door ondersteuning van extra lessen en ook de individuele leerlingen. En dat zien we dus meer gebeuren in het nieuwe systeem dat we nu hebben”, verklaart de Onderwijsminister.
In de klassen 9 en 10 wordt nagegaan of een kind inderdaad geschikt is voor algemeen vormend onderwijs of beroepsonderwijs. Daar is dus de mogelijkheid gegeven om het curriculum enigszins te verruimen met beroepsoriënterende vakken. Bij MULO is het zo dat er beroepsoriënterende vakken zijn toegevoegd. Bij het LBO is het dan juist zo dat meer algemeen vormende vakken worden benaderd.
In de 10e klas doen de leerlingen een soort examen dat meer gericht is om te bepalen of een kind meer beroepsvormend georiënteerd is of juist meer algemeen vormend. Dit examen is vergelijkbaar met het belangrijke meetmoment van de 8e klas, vergelijkbaar met GLO.
Er is een procedure ontwikkeld waarbij de school, de ouders en het kind in dialoog met elkaar gaan over de resultaten van het assessment van het individuele kind. Dit bepaalt hoe het elfde leerjaar eruit gaat zien voor het kind. Hiervoor is een assessment uitgewerkt en door het examenbureau via een training verzorgd aan verschillende scholen.
Volgens de bewindsman is dit goed gegaan, “Nu is het een kwestie van hoe gaan de school, directie, leerkrachten samen met de ouders en het kind de resultaten van het individuele kind interpreteren. En welk advies daar uitrolt”, aldus de minister. “Belangrijk is dat we genoeg voorlichting en trainingen voor leerkrachten hebben verzorgd op de individuele scholen.”