Ingrid Bouterse-Waldring, de vrouw van de nu overleden Desi Bouterse, heeft gisteravond bekend gemaakt dat ze het geplande gesprek met president Chandrikapersad Santokhi heeft afgezegd.
De minister van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerkingen, Albert Ramdin, zei afgelopen weekend dat de president in een telefonisch onderhoud zijn condoleances over zou brengen. Bouterse-Waldring gaf in het partijcentrum aan de Bonistraat aan dat zij na het zien van de persconferentie over het besluit van de regering over de uitvaart van Bouterse teruggekomen is op haar besluit. “Er werd onbeleefd en op een respectloze manier gesproken over mijn familie”, haalde Bouterse-Waldring uit.
Dit werd met heel veel gejuich ontvangen bij de achterban van de NDP. Later op de dag zal de minister van Binnenlandse Zaken, Delano Landvreugd, de condoleances register namens de regering tekenen. Bouterse-Waldring maakte gisteren in een verklaring duidelijk dat zij niet te spreken is over hoe het Openbaar Ministerie is omgegaan met het vrijgeven van het obductierapport van het stoffelijk overschot van Bouterse.
De Bouterse-familie wijst op het belang van respect en de traditionele Surinaamse rouwrituelen, waarin zowel het begeleiden van de overledene naar het hiernamaals als het eerbiedigen van het lichaam centraal staan. Ondanks de diepe rouw, werkte de familie mee aan de noodzakelijke onderzoeken, inclusief het vaststellen van de doodsoorzaak, welke in de media werd gedeeld. Dit nieuws, evenals de gedetailleerde medische informatie, werd als pijnlijk en zelfs vernederend ervaren door de familie.
De familie erkent de noodzaak van een obductie om ongebruikelijke doodsoorzaken uit te sluiten, vooral gezien de status van Bouterse als ‘voortvluchtige veroordeelde’. Echter, de familie is van mening dat de publicatie van de waarderingen van de doodsoorzaak door de media respectloos en ongepast was, vooral gezien de communicatie van de regering over een “respectvolle uitvaart”.
In hun verklaring benadrukt de familie dat zij als nabestaanden recht hebben op eerbiediging van hun privacy en integriteit, zoals vastgelegd in de Grondwet. Hoewel er wereldwijd voorbeelden zijn van staatsbegrafenissen voor voormalige staatshoofden, laat de familie weten dat zij geen verzoek hebben ingediend om Bouterse staatsverheffing te geven. Zij benadrukken dat een volkspresident zijn eerbetoon niet van de staat hoeft te ontvangen, maar van het volk zelf.