Op 13 en 14 november 2025 komen Surinaamse en Nederlandse onderwijsinstellingen bijeen in Paramaribo voor de werkconferentie Samenwerking Onderwijsinstellingen Nederland – Suriname (SONS).
De bijeenkomst vormt de aftrap voor een nieuw platform waarin instellingen uit het wetenschappelijk onderwijs (wo), hoger beroepsonderwijs (hbo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) nauwer zullen samenwerken.
Het beoogde SONS-platform moet onderwijsinstellingen in beide landen in staat stellen om op een duurzame en gelijkwaardige manier kennisdeling en innovatie te bevorderen. Binnen het netwerk wordt toegewerkt naar een toekomstgericht onderwijsaanbod dat inspeelt op maatschappelijke behoeften en aansluit bij ontwikkelingen in zowel Suriname als Nederland. Met de conferentie worden de eerste contouren van het platform uitgewerkt, zodat SONS nog voor het einde van dit jaar officieel gelanceerd kan worden. De precieze lanceringsdatum wordt later bekendgemaakt.
De samenwerking bouwt voort op decennialange banden tussen Surinaamse en Nederlandse onderwijsinstellingen. Tot nu toe gebeurde dat veelal via losse projecten of tijdelijke initiatieven. Die verbondenheid wordt versterkt door de Surinaamse diaspora in Nederland, de gedeelde Nederlandse taal en de sterke inhoudelijke overlap in onderwijssystemen, curricula en geschiedenis. SONS moet die bestaande relatie structureren door onderwijsbehoeften en gezamenlijke strategische doelen concreet in kaart te brengen.
Het kennisplatform vloeit voort uit een memorandum of understanding (MoU) en een gezamenlijke onderwijsagenda die in juni 2023 zijn ondertekend door de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in Nederland en Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) in Suriname. Beide ministeries ondersteunen het initiatief actief en benadrukken dat de samenwerking gestoeld is op wederkerigheid, gelijkwaardigheid en duurzame impact.
Tijdens de werkconferentie staat het verstevigen van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen centraal. Deelnemers werken aan meer transparantie, een gedeelde visie en concrete doelen. Ook wordt verkend op welke terreinen en vakgebieden de instellingen elkaar kunnen versterken en aanvullen, en welke inhoudelijke focus het nieuwe platform moet krijgen.
Op 13 november gaan onderwijsprofessionals uit beide landen in gesprek over gewenste en haalbare vormen van samenwerking. Daarbij is speciale aandacht voor interdisciplinaire verbindingen binnen uiteenlopende thema’s zoals Zorg en Welzijn, Business, Onderwijs, Media en Cultuur, Rechten, Social Sciences, Toerisme, Groen en Techniek.
Op 14 november sluiten vertegenwoordigers van het relevante werkveld aan. Hun inbreng is bedoeld om ervoor te zorgen dat nieuwe onderwijsinitiatieven, hervormingen en innovaties optimaal aansluiten op de behoeften van de arbeidsmarkt.










