President Jennifer Simons heeft op maandag 22 december 2025 op het kabinet een werkgroep geïnstalleerd die richting moet geven aan het grondenrechten- en decentralisatievraagstuk. De werkgroep Grondenrechten en Decentralisatie telt zes leden en moet de president adviseren op basis van inventarisatie, evaluatie en gesprekken met alle betrokken actoren, met als doel een breed draagvlak te creëren.
Volgens het staatshoofd is het essentieel dat de inzichten en ontwikkelingsmogelijkheden van inheemse en tribale volken expliciet worden meegenomen. Om de voortgang strak te volgen, zal Simons maandelijks een werkbespreking houden met de werkgroep. Met de installatie is een formeel traject gestart om deze inzichten structureel te integreren in het beleid, waarbij de werkgroep als direct adviesorgaan fungeert.
Presidentieel woordvoerder Roberto Lindveld benadrukt dat de werkgroep een werkarm is van de president om de aangekondigde regeringsplannen zorgvuldig voor te bereiden en uit te zetten. Het doel is om scherp in kaart te brengen wat nodig is rond de grondrechten van inheemse en tribale volken, waarbij ook relevante documenten worden betrokken, zoals het FPIC-document van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS).
Lindveld schetst dat de uitkomst duidelijk moet zijn, maar waarschuwt tegelijk dat het traject tijd zal vergen. “De concrete verwachting van het staatshoofd is dat het wordt opgelost. Maar er zal nog wat water door de Surinamerivier moeten stromen voordat we tot dat punt komen,” aldus de woordvoerder. Hij geeft aan dat de werkgroep nu moet vaststellen welke vervolgstappen nodig zijn, juist omdat het gaat om gemeenschappen die in stamverband leven en de inheemse bevolking.
Presidentieel adviseur grondenrechten en decentralisatie Edgar Dikan stelt dat de werkgroep bestaat uit hemzelf, Armand Jurel, Theresia Cirino, Mike Nerkust, Martin Misiedjan en Sarwan Ramai. De werkgroep moet, naast advisering, ook gesprekken voeren met alle actoren om tot een breed gedragen aanpak te komen. Dikan noemt het proces dynamisch en nadrukkelijk gericht op de lange termijn.
Volgens Dikan is samenwerking met lokale gemeenschappen doorslaggevend voor het slagen van de opdracht. “Wanneer je dat samen met de gemeenschappen doet, krijg je draagvlak en ownership. En dat gaat maken dat de missie bij alle tussenstops succesvol kan worden genoemd,” zegt hij. Daarbij benadrukt hij dat het proces stap voor stap moet verlopen en dat zichtbaar moet worden dat er de komende jaren daadwerkelijk vooruitgang wordt geboekt.












