De kantonrechter heeft een man, N., veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar wegens doodslag op een drugsverslaafde, E. De verdachte verklaarde dat hij het slachtoffer niet wilde doden, maar reageerde uit frustratie omdat E. vaker bij hem thuis zou hebben gestolen.
Tijdens de zitting op 14 oktober benadrukte de rechter echter dat N. had kunnen voorzien dat een harde slag met een eindhout van 1×3 duim op het hoofd dodelijk zou kunnen zijn. Uit het obductierapport bleek dat het slachtoffer is overleden aan complicaties van een schedelbasisfractuur, veroorzaakt door stomp geweld.
Videobeelden van het incident, gepresenteerd tijdens een eerdere zitting, toonden hoe de verdachte een groot stuk hout oppakte en E. direct op het hoofd sloeg. In zijn motivering van het vonnis stelde de rechter dat N. zonder aarzeling toesloeg.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van tien jaar geëist, met de redenering dat N. het slachtoffer ‘onnodig’ had mishandeld. Volgens de officier waren eruit de videobeelden geen aanwijzingen dat N. uit noodweer handelde en dat er geen reden was om E. met het stuk hout te treffen. De aanklager wees erop dat dat een nogal milde eis was, aangezien het Openbaar Ministerie de ruimte had om voor doodslag een straf tot twintig jaar te eisen.
Voorafgaand aan de uitspraak sprak de rechter zijn zorgen uit over een toenemende trend van eigenrichting in de samenleving, waarbij mensen het heft in eigen handen nemen door mishandeling. “Veel slachtoffers zijn draaideurcriminelen, vaak vanwege drugsverslaving,” aldus de magistraat. De rechter gaf aan zelf ook meerdere malen slachtoffer te zijn geweest van diefstallen, vermoedelijk gepleegd door drugsverslaafden, en erkende de overlast, maar benadrukte dat eigenrichting ondanks dit alles geen plaats heeft in een geordende samenleving.
De rechter wees erop dat E. zich ten tijde van het incident niet op het perceel van de verdachte bevond. N. was slechts door een buurman geïnformeerd dat het latere slachtoffer in de buurt was. “De buurman heeft u niet gestuurd om die man te gaan doodslaan”, stelde de rechter in zijn slotwoord.
De rechter sprak de verdachte aan op de gevolgen van zijn handelen met de woorden: “Nu is het slachtoffer door uw toedoen om het leven gekomen en hij kan niet terugkeren om zich te beteren. U daarentegen leeft verder, maar wel als iemand die het leven van een ander heeft ontnomen.”