Het Elsje Finck-Sanichar College COVAB heeft 66 verpleegkundigen en verzorgenden afgeleverd op vrijdag 17 februari. Zij werden onder meer toegesproken door directeur Angela Wallerlei-Kumbangsila en Suze Holband, voorzitter van het COVAB-stichtingsbestuur.
Daarbij kregen zij de boodschap dat zorgverleners ernaar moeten streven de betere versie van zichzelf te zijn. “De theorie waarop ze zijn afgestudeerd zal niet aan de kant gezet moeten worden, maar worden gebruikt om de kwaliteit van het beroep te verbeteren”, zei directeur Wallerlei-Kumbangsila.
De directeur is zich er terdege van bewust dat de weg die de geslaagden hebben afgelegd, niet gemakkelijk is geweest. Zij gaf hen mee dat hun diploma en insigne de motivatie moeten zijn om de betere versie van zichzelf te zijn. Op deze manier zullen de verpleegkundigen en verzorgenden ethisch verantwoorde en vriendelijke zorg aan de zorgvrager kunnen bieden. Volgens de COVAB-directeur is hiervoor geen geld nodig, maar het innerlijke kompas van waarden en kennis. Zij vroeg de afgestudeerden het onderzoek waarop ze zijn afgestuurd niet weg te doen, maar gebruikmakend hiervan, kritisch te kijken naar hun omgeving en afdeling.
Zij maakt zich tegelijk zorgen over het wegtrekken van afgestudeerden en hoeveel personen uit de groep geslaagden ook voor een carrière in het buitenland zullen kiezen. Vorig jaar hebben 121 van de 249 door het COVAB afgeleverde verpleegkundigen en verzorgenden hun heil buiten landsgrenzen gezocht. Voor dit jaar moeten van de in totaal 1228 personen in opleiding 394 afstuderen. Volgens de directeur komt de gezondheidzorg in Suriname met tekorten, zowel aan personeel, materiaal als aan professionaliteit.
Holband vroeg de groep haar kennis gecombineerd met kunde ten dienste van de gemeenschap te stellen. Suriname heeft volgens haar goed opgeleide gezondheidswerkers nodig. Holband is van mening dat naast de financiële waardering de verpleegkundigen en verzorgdenen ook die mentale waardering verdienen.
Ze zegt dat deze groep in de zorg weet hoe te improviseren. Dit laatste wordt volgens de stichtingsvoorzitter vaak niet gezien. Ook het feit dat zij elke dag een stukje van zichzelf aan de zieke mens geven, is volgens Holband vaak niet in geld uit te drukken.