Voormalig minister van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), Dinotha Vorswijk, verwerpt de suggestie dat onder haar verantwoordelijkheid onrechtmatig grond is uitgegeven. Ze vindt dat er te snel en te hard conclusies worden getrokken. “Er worden allerlei zaken geroepen zonder enig onderzoek te hebben gedaan,” zegt ze.
De discussie laaide op nadat de Rekenkamer een rechtmatigheidsonderzoek uitvoerde naar de uitgifte van percelen voor bebouwing, bewoning en landbouw via het ministerie van GBB. Uit bevindingen van dat onderzoek blijkt onder meer dat zogenoemde vrije domeinen niet openbaar zijn gemaakt en dat nieuwe aanvragen niet zijn gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname en dat bepaalde dossiers onvolledig waren opgebouwd.
Vorswijk erkent dat er knelpunten zijn, maar stelt dat het beeld wordt versimpeld. Volgens haar heeft zij juist geprobeerd het systeem te verbeteren sinds haar aantreden in het kabinet-Santokhi. “Onder mijn leiding heeft het ministerie aan twee van de vier essentiële punten voldaan, iets wat eerder nooit is gebeurd,” zegt ze. Welke onderdelen dat precies zijn, lichtte zij in het interview niet publiekelijk toe.
De oud-minister zegt dat zij het definitieve rapport van de Rekenkamer nog niet heeft ontvangen. Volgens haar heeft het ministerie wel gereageerd op een eerder conceptrapport, maar is er tot nu toe geen terugkoppeling gekomen. Ze benadrukt dat zij pas volledig kan reageren als zij het definitieve stuk officieel heeft.
Vorswijk wijst er ook op dat de Rekenkamer in 2018 een soortgelijk onderzoek heeft gedaan naar gronduitgifte. “De bevindingen toen waren veel ernstiger, maar destijds reageerde noch de politiek, noch de samenleving,” stelt zij. Daarmee plaatst ze de huidige kritiek in een bredere politieke context: volgens haar wordt er nu met twee maten gemeten.
Volgens Vorswijk zijn de problemen rond grondbeleid niet alleen een kwestie van beleid of integriteit, maar ook van capaciteit. Ze zegt dat het ministerie structureel onderbemand en ondergefinancierd is. “Zolang er niet wordt geïnvesteerd in het ministerie, zullen er altijd klachten blijven komen,” aldus de oud-bewindsvrouw.
Vorswijk geeft aan de openbare vergadering van De Nationale Assemblée af te wachten. Ze zegt daar zelf ook vragen te willen stellen over de werkwijze en de conclusies van de Rekenkamer.














