Enkele politieke leiders kijken vreemd op van de aanwezigheid van president Chandrikapersad Santokhi op de streetparty van Jean ‘Saya’ Nixon. Saya wordt immers in verband gebracht met enkele criminele handelingen, waaronder mensensmokkel en drugshandel.
“We fronsen onze wenkbrauwen door de actie van de president, maar we zijn niet verrast, omdat in de afgelopen jaren zulke gevallen zich een aantal keren hebben voorgedaan”, zegt Steven Alfaisi, voorzitter van de partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE).
Hij zegt dat de president of voorzitters van politieke organisaties, discutabele personen moeten vermijden. “Men zou heel voorzichtig moeten zijn, als zaken worden gedaan met zulke personen of als deze personen ondersteund worden.”
Hij geeft verder aan dat zeker zijn partij afstand neemt van dergelijke personen. Tijdens verkiezingscampagnes treden deze mensen op als sponsoren en na de verkiezingen willen zij een heleboel terug voor het geld dat zij hebben uitgegeven. De politieke partijen die wel contact houden met dergelijke figuren, kunnen niet van ze afkomen. “Waarom zou de president zich moeten inlaten met iemand die gelinkt wordt aan bepaalde controversiële zaken”, vraagt Alfaisi zich af. Saya zou grote groepen Haïtianen Suriname hebben binnengehaald, terwijl het luchtruim was gesloten, tijdens de Covid-19 pandemie. Het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) heeft daarbij aangegeven dat het om repatriatievluchten ging en dat die wel waren toegestaan. Maar ook recentelijk heeft de zakenman een groep arbeidsmigranten uit de eerste Zwarte Republiek op het westelijk halfrond laten overvliegen. Daarop is er veel kritiek geleverd. Het vermoeden bestond dat Saya aan mensenhandel deed. Echter heeft het ministerie van BIBIS na onderzoek aangegeven dat er geen sprake zou zijn van mensenhandel.
De DOE-voorman zegt dat vele leiders van politieke partijen de publieke opinie proberen te beïnvloeden met dergelijke acties. Ze willen het volk, waar honderden mensen aanwezig zijn, voor zich winnen door populistische uitspraken te doen. Er zijn volgens Alfaisi zoveel problemen in het land waarop de regering zich zich zou moeten focussen, in plaats van bezig te zijn met verkiezingscampagnes en propaganda.
Zo zijn er meerdere politieke partijen, die gelinkt worden aan discutabele personen. “We kennen de tijden van Chotelal, waarbij hij geld kreeg van de regering, dus we zien niets veranderen. De politiek is in verval geraakt en er schijnt voorlopig geen zicht te zijn op een stop. Maar uiteindelijk ligt de macht bij het volk om een einde hieraan te maken.” Chotelal heeft tijdens de vorige regeerperiode basisgoederen voor zeer scherpe prijzen aangeboden en het was niet duidelijk hoe dat mogelijk was. Ook hadden de VHP en ABOP vooral kritiek op de samenwerking tussen de NDP-regering en Chotelal.
Ook Henk Ramnandanlal, onderzvoorzitter van Palu, staat versteld van de actie van de president. Wat wij volgens Ramnandanlal nu zien, is een partijpolitieke cultuur die de naam ‘oude politiek’ heeft gekregen. Het gaat om handelingen vanuit die oude denkwijze. Verder lijkt het alsof de president en vicepresident ‘vijf jaren’ op politieke campagne zijn. Terwijl zij vijf jaren lang regeerbeleid hadden moeten maken en uitvoeren om problemen van dit land op te lossen, stelt de ondervoorzitter.
Het is de oude gedachte, waarbij de belangen van een kleine selecte groep van mensen worden behartigd, ten koste van die samenleving. Het maakt dan kennelijk niet uit of daarbij de steun wordt gegeven aan criminelen en het witwassen van zwart geld, zoals het geval bij de opzet van New Surfin en HPSG-zuurstoffabriek, gaat hij verder. “Terwijl de President na zijn terugkeer uit het buitenland zich met alle deskundigheid had moeten toeleggen op het stabiliseren van de koers, zien wij dat hij zich bezighoudt met ‘partijpolitiek’ en liever op een podium tijdens een streetparty een toespraak gaat houden”, vindt Ramnandanlal.