Het Openbaar Ministerie (OM) volgt, aldus de verdediging van moordverdachte Chen Z., een dwaalspoor in de moordzaak van 14 augustus 2021 in een pand aan de David Simonstraat.
Er is tegen deze man een gevangenisstraf van 25 jaar geëist, maar volgens zijn advocaten kreeg de ‘echte moordenaar’ door laksheid van het OM de gelegenheid gekregen naar het buitenland te vertrekken. Advocaat Irvin Kanhai en zijn collega Benito Pick hebben op donderdag 6 april jongstleden in een vurig pleidooi het politieonderzoek afgedaan als ‘slecht’ en ‘beschamend’. Ze verweten het OM bevooroordeeld te zijn geweest en ondanks gebrek aan bewijs iemand, in dit geval Chen, te willen straffen. Ze beweerden dat de politie door de echte moordenaar op een dwaalspoor is gezet en dat het OM vanuit een vernauwd gezichtsveld ook braaf die koers heeft gevolgd. De verdediging heeft de kantonrechter gevraagd de man vrij te spreken wegens gebrek aan bewijs.
DE MOORD
De verdediging ziet geen compleet verhaal zonder L., de eigenaar van het pand waarin Yang Ping Xing’s lijk werd gevonden. Volgens de verklaringen van L. zat hij samen met Yang Ping Xing op de bewuste ochtend thee te drinken. L. zou op een gegeven ogenblik naar het toilet zijn gegaan toen hij ineens twee knallen hoorde. Hij haastte zich terug en zag het slachtoffer op de vloer in een plas bloed. De pandeigenaar belde de politie. Volgens het politieonderzoek zou Chen omstreeks dat tijdstip ook kort daar zijn geweest, hetgeen wordt gestaafd door beelden van veiligheidscamera’s. De beelden laten zien hoe hij komt aangereden, uitstapt en naar het gebouw loopt. Na enige tijd loopt hij terug naar de auto en rijdt weg.
Hij werd enkele uren daarna aangehouden in een bedrijfspand aan de Kleine Saramaccastraat. Het moordwapen is nooit gevonden. Chen heeft altijd ontkend de man iets te hebben gedaan. Het slachtoffer was Chen paar duizend Amerikaanse dollars schuldig. Hij had namelijk een auto gekocht, maar bleef in gebreke om het volledig bedrag af te lossen en de koop te voltooien. Dat was reden voor Chen om steeds aan te dringen om zijn geld. Hij wilde zelfs zijn auto terug als Yang Ping Xing niet over de brug zou kunnen komen.
Chen’s verhaal verschilt op het meest cruciaal punt, namelijk het moment waarop de man moet zijn doodgeschoten. Hij bevestigt wel op de dag van de moord op het adres te zijn geweest, omdat hij een afspraak had met Yang Ping Xing om de wagen op te halen. Toen hij ter plekke verscheen, bleek de schuldenaar niet met het voertuig te zijn gekomen, dus is Chen weer vertrokken. Volgens een tijdlijn, gepresenteerd door Kanhai, kan hij nimmer de moord hebben gepleegd. Nadat Chen het pand had verlaten, zou Yang Ping Xing nog springlevend zijn geweest. Daarnaast bevonden L. zich samen met zeker twee vrouwen in het gebouw. Die twee vrouwen zijn zo’n 6 minuten daarna vertrokken. In hun getuigenverklaringen vertelden zij geen schoten te hebben gehoord en geen lijk te hebben gezien. Ook zou L. ze niet hebben verteld dat hij Yang Ping Xing in een plas bloed heeft zien liggen.
GEBRANDMERKTE VERDACHTE
De verdediging beklaagde zich dat haar cliënt vanaf het prille begin gebrandmerkt was als ‘de moordenaar’ en dat de politie en het OM bevooroordeeld waren. Kanhai onderbouwde dat met passages uit het politiedossier. Nog voordat Chen was aangehouden, zou een politieagent hem hebben aangeduid als ‘de dader’. Daarnaast was over zijn vertrek van de plaats delict zijn geschreven dat hij was weggereden met ‘zeer hoge snelheid’. Niet alleen zou later uit beelden zijn gebleken dat de man niet met hoge snelheid was weggereden. Volgens de verdediging duiden kanttekeningen als deze op vooroordelen, iets wat uit den boze is in het strafrecht.
OM WAS TE VROEG ZEKER
Kanhai’s collega, Benito Pick, onderstreepte dat in het strafrecht de verdachte alleen kan worden veroordeeld op basis van wettige en overtuigende bewijzen. En volgens hem is het OM niet erin geslaagd om die te presenteren. Daarom deed hij een beroep op de rechter niet mee te gaan met een strafvoorstel op basis van een vermoeden die niet is hardgemaakt.
Het bevreemdt hem dat eerst de politie en daarna het OM vanaf het begin meteen 100% waren dat Chen de schutter was, en dat nooit heeft onderzocht of niet misschien L. de moord had begaan. ‘Waarom zijn niet ook andere scenario’s onderzocht? Kan L. niet ook de moordenaar zijn? Waarom is nooit onderzoek gedaan naar L?’ waren vragen die door Pick werden opgeworpen. Niemand anders dan de echte moordenaar kan, aldus de raadsman, belang bij hebben gehad om de politie de verkeerde richting op te sturen. Hij betreurde dat de politie na de melding van L. meteen en zonder nadere indicaties zijn verklaring als echt en onbetwist had aangenomen. Nog erger vond hij het dat het OM ook die weg had gevolgd en te vroeg te zeker was geweest. Pick zei sterke vermoedens te hebben dat de politie opzettelijk heeft nagelaten een kruitsporenonderzoek op Chen te verrichten, omdat daarmee zijn onschuld meteen zou blijken. Maar dat wilden ze volgens hem dus niet.
Volgens Kanhai heeft het OM pas opdracht gegeven aan de politie om na te gaan of L mogelijk (ook) een verdachte was nadat de verdediging tamtam had gemaakt. ‘Maar toen was het al te laat, L. was naar het buitenland vertrokken. Natuurlijk!’, beklaagde Kanhai zich. Nu de vervolging de moordenaar door eigen schuld niet in handen heeft, zou zij hemel en aarde willen bewegen om iemand de prijs te laten betalen.
Pick: ‘Het zou het OM sieren als bij gebrek aan bewijs dit was onderkend en dat daarbij vrijspraak was voorgesteld. De twee advocaten hebben aan het eind van hun pleidooi gevraagd de man vrij te spreken, wegens gebrek aan bewijs. Een verzoek de hechtenis van Chen, eventueel onder voorwaarden, op te heffen is voor de tweede keer door de rechter afgewezen. De verdere behandeling van de zaak is uitgesteld tot 4 mei aanstaande. Dan zal het OM in dupliek ingaan op wat de raadslieden Kanhai en Pick donderdag naar voren hebben gebracht.