De vakbonden (Ravaksur plus) en de regering zijn overeengekomen met een loonsverhoging van 20 procent voor ambtenaren en hun gelijkgestelden. Dit deelde president Chandrikapersad Santokhi maandagavond mee aan journalisten tijdens een persmoment.
De loonsverhoging zal gesplitst worden in twee delen: 15 procent gaat in vanaf juli en 5 procent in januari. In januari zal ook de koopkrachtversterking van SRD 3500, na de verhoging van 5 procent, worden geïncorporeerd in het salaris. De 15 procent verhoging voor de maanden juli, augustus en september zal worden uitbetaald in de maanden oktober, november en december. Verdere gesprekken over de verbetering van de koopkracht zullen in december beginnen.
CLO-voorzitter Michael Miskin had gehoopt op een beter resultaat na de intensieve gesprekken met de regering van de afgelopen maanden. “Dit waren de mogelijkheden voor nu, en we kijken uit naar de verdere onderhandelingen over de verbetering van de koopkracht voor de ambtenaren.”
Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning benadrukte dat deze verhoging de staat in 2024 SRD 835 miljoen zal kosten, en voor 2025 zal dat minimaal 2,5 miljard zijn. Hij voegde eraan toe dat er nog meer bezuinigd moet worden, zodat er meer inkomsten binnenkomen. “Maar waar er geld uitgegeven moet worden, moet het ook uitgegeven worden, en dat is hier het geval.”
Santokhi vulde de minister aan en zei dat de macro-economie nu wel stabiel is, maar nog fragiel, dus er moet voorzichtig mee omgegaan worden. Hij voegde eraan toe dat er door onderhandeld zal worden, en wat nu gegeven kan worden, kan misschien later nog worden gegeven. De staat heeft de laatste tijd veel subsidies afgebouwd, maar er moet nog meer inkomsten gegenereerd worden. Grondconversie brengt veel geld in het laatje en ook de tarieven voor grondhuur en erfpacht zijn verhoogd. Inkomsten uit de kleinschalige goudsector moeten worden gehaald, evenals de overvliegkosten, en er moet ook meer inkomsten uit de haven worden gehaald. Tot slot zei het staatshoofd dat ook de inkomsten van EBS N.V. in de staatskas gestort moeten worden.