Autowasser Lucien R. is dinsdag veroordeeld tot een celstraf van 8 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorarrest. Hij is schuldig bevonden aan de diefstal van SRD 20.000 uit een tas in het voertuig van een klant.
De beklaagde ontkent de diefstal. Hij vertelde op de zitting dat hij op de bewuste dag niet aan het werk was, maar dat hij eventjes op de brommer was langs gekomen. Bij die gelegenheid heeft een collega, met wie hij een heel goede band heeft, hem gevraagd een tas voor hem naar huis te brengen. Hij willigde het verzoek in en bezorgde de tas thuis voor de collega. Toen hij terugkeerde op de werkplek, kreeg hij SRD 2000 van de betreffende collega.
Op vragen van de rechter antwoordde Lucien R. dat hij niet in de tas heeft gekeken en dus niet weet of het geld in de tas was. Hij veronderstelde dat het om vuile werkkleding en eventuele flessen water ging, omdat hij vaker dergelijke spullen naar huis moest brengen voor deze collega. Hij gaf wel toe dat hij de vergoeding aan de hoge kant vond, maar heeft er niet verder over nagedacht. Pas achteraf zou hij hebben gehoord dat een klant geld kwijt was.
In tegenstelling tot wat in het politiedossier staat, zou hij volgens eigen zeggen niet belast zijn met het wassen van het voertuig. Hij heeft de klant wel zien staan bij het voertuig, terwijl de collega eraan werkte. In zijn laatste woord noemde hij de strafeis heel hoog en zei dat hij met zijn vervolging een ‘dure les’ betaalt voor zijn naïviteit. Hij zit sinds vorige maand vast.
Deze lezing van Lucien R. staat haaks op de verklaring van zijn eerder veroordeelde boezemvriend en collega. Die vertelde tijdens het onderzoek dat ze met zijn tweeën bezig waren met de auto toen de tas van de klant de aandacht van Lucien R. trok. Hij vroeg toen aan de collega of er geld in zat. Nadat die had nagekeken en bevestigd, spoorde Lucien R. hem aan om het geld te pakken en aan hem te geven. Hij vertrok toen met het geld. Het slachtoffer vertelde aan de politie dat hij, als gevolg van de diefstal, in verlegenheid was gebracht, aangezien het geld bedoeld was als betaling aan derden.
De rechter oordeelde dat hij zich inderdaad schuldig had gemaakt aan de diefstal. Zijn veroordeling tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, omvat ook een proeftijd van 2 jaar.