Het is overduidelijk dat alle stakeholders het ermee ens zijn dat Suriname definitieve stappen moet ondernemen om productie van rondhout uit te faseren. Dit hebben velen aangegeven tijdens de paneldiscussie van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) op maandag 16 mei. Zij zijn van mening dat het geen makkelijk traject zal zijn en dat dit duidelijk te merken is.
Bij de paneldiscussie is vooral stilgestaan bij de houtsector en dat Suriname veel meer zou kunnen verdienen, als het beter gebruiktmaakt van het hout dat er geoogst wordt door de houtsector. Suriname zou veel meer kunnen verdienen als ons land in plaats van rondhout alleen, ook verwerkt hout exporteert, zegt John Goedschalk, directeur van Conservation International en tevens inleider van de avond.
10 miljoen bomen
Goedschalk maakte een schatting dat Suriname rond de 10 miljoen bomen per jaar omhakt, maar stelt meteen de vraag of we werkelijk de financiële middelen krijgen die het hout eigenlijk waard is. Goedschalk roept stakeholders op zich niet alleen blind te staren op het exporteren van rondhout, maar om dit werkelijk te verwerken, omdat er op de internationale markt veel meer wordt betaald hiervoor. “Laten wij de stappen ondernemen om in plaats van een klein percentage van de verdiensten 100 procent van de verdiensten hier te houden. Laten we ook die bosbijproducten eruit halen”, merkt Goedschalk op.
Capaciteitsversterking
Voor Rewie Matai van Stichting Bosbeheer Suriname is de houtsector een duurzame sector. Een groot deel van het hout wordt nog niet benut”, geeft Matai aan. Hij zegt dat als er werkelijk een transformatie moet komen er een serieuze aanpak moet komen van zowel de overheid als de particuliere sector. “Er moet gewerkt worden aan simultane capaciteitsversterking, zodat we de rendementen omhoog kunnen trekken en voor de rest hout dat overblijft benutten en kijken of dit werkelijk financieel haalbaar is”, zegt Matai. Maar alvorens dat kan gebeuren moet er heel veel aangepakt worden.
Politieke wil
Vanuit de zaal werd gevraagd of bij de regering de politieke wil aanwezig is om daadwerkelijk die transformatie te brengen. Behalve kader dat we hard nodig zullen hebben bij de transformatie is iedereen het ermee eens dat er op beleidsniveau een grote ombuiging moet komen. “Het institutioneel raamwerk van de overheid over het houtbeleid in Suriname moet op de schop. We hopen dat na deze discussie daadwerkelijk zaken worden aangepakt, want anders zijn we over vijf jaar weer hier”, geeft Goedschalk duidelijk aan.
Als er goed gewerkt wordt aan de transformatie van de sector kan Suriname zeker 6500 nieuwe banen creëren, bij de houtkap alleen. Binnen het natuurtoerisme en bosbijproducten die men haalt uit het bos zeker nog een 1500 banen erbij, geeft Goedschalk in zijn project aan. Suriname kan een total bruto van USD 180 miljoen verdienen. Genoeg potentie om de transformatie te wagen, volgens de verschillende stakeholders. Waaraan er vooral gewerkt moet worden volgens Goedschalk is een goed nationaal plan landgebruiksplanning. Het beleid voor bosbeheer is volgens Goedschalk ook verspreid onder meerdere ministeries en zou niet alleen gemakshalve, maar voot de efficiëntie en betere aanpak van het beleid onder een ministerie moeten worden geplaatst. Dit zijn enkele van de veranderingen die Goedschalk als inleider presenteerde tijdens de paneldiscussie.