Er was maandagavond genoeg belangstelling voor het tussentijds debat van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES). Behalve het publiek waren de buitenparlementaire partijen goed vertegenwoordigd, van de parlementaire partijen hebben alleen ABOP en NPS meegedaan.
Het is de eerste keer dat de VES een tussentijds debat heeft georganiseerd. Volgens VES-voorzitter Steven Debipersad is dit een goed moment voor politieke partijen om over hun partijprogramma’s te praten en in te gaan op zaken die nu spelen binnen de huidige regeertermijn, om eventueel met een alternatief te komen. “Ligt het misschien aan het gebrek aan kader of schuwt men de interactie met de samenleving?” vraagt Debipersad zich af. Desondanks vindt de VES-voorzitter het jammer dat de politieke partijen geen gebruik hebben gemaakt van het moment.
Met het tussentijds debat hoopt de VES, kiezers te helpen beslissen waarvoor zij kunnen of zullen kiezen bij de eerstvolgende verkiezingen. Weten wat voor impact het economisch beleid heeft op de samenleving is van groot belang, alleen krijgt het niet veel aandacht van het kiezersvolk. “Misschien ligt het aan de dagelijkse struggle van de samenleving, juist daarom is het belangrijk te weten wat er gebeurt met je economie. Want de consequenties voor dit beleid is voor elke Surinamer, vooral als het gaat om niet doordachte keuzes”, merkt Debipersad op. Het tussentijds debat moet eventueel dienen als een correctiemoment naar de regering. Als advies voor de regering heeft de VES geopperd dat de regering vooral luistert naar de samenleving om de nodige maatregelen nog te kunnen doorvoeren. “Nu is de tijd om te luisteren.”
Er is gesproken over de productie-stimulering, diversificatie en het werkgelegenheidsbeleid, sectorale prioriteiten, de digitale economie als basis voor verdere groei en het creëren van waardeketens en toeleveringsketens. In het tweede deel van het debat is ingegaan op verlaging van overheidstoelagen, evenwichtige vergrote en verhogen van inkomsten van de overheid.
Als vertegenwoordiger van de regering bij het tussentijds debat was minister van Financiën, Stanley Raghoebarsing aanwezig. Hij gaf in zijn inleiding voor het debat aan dat de regering met alle uitdagingen toch nog goed bestuur heeft kunnen neerzetten en de nodige voortgang heeft weten te boeken. “Dat is ook waarvoor de regering zich voor heeft ingezet in de afgelopen drie jaren”, merkt Raghoebarsing op.
Volgens de minister is er veel werk verzet door de huidige regering en is er een batterij aan maatregelen en plannen samengesteld om de Surinaamse economie weer op spoor te brengen. Een van deze plannen was het Herstelplan dat de regering Santokhi aan het begin van zijn overname had gepresenteerd aan de samenleving. Er waren toen zware beloftes gedaan naar de samenleving. In het Herstelplan waren er 177 maatregelen uiteindelijk opgenomen waarvan 38 procent is voltooid; 53 procent van het plan is al in uitvoering en de resterende 8 procent aan maatregelen zijn in voorbereiding. Deze zijn voornamelijk acties op het monetaire vlak.
De minister benadrukt dat het IMF zich voornamelijk op macro-economisch herstel focust. Het Herstelplan daarentegen gaat veel verder en is meer omvattend, met aandacht voor de wederopbouw van de sociale en economische structuur en wederopbouw van bestuur. De bewindsman merkt op dat de financiële verslagen op de websites van overheidsinstituten worden gepubliceerd en beschikbaar zijn. Wat echter ook speelt, is dat men de cijfers niet kan lezen. Hij complimenteert het Suriname Economic Oversight Board (SEOB) voor het vertalen van de cijfers naar voor de gemeenschap begrijpbare taal. Minister Raghoebarsing zegt dat een periode van slecht bestuur afgesloten moet worden. “Goed bestuur is de beslissende factor voor vooruitgang; stabiliteit komt langzaamaan op gang.”
Behalve de aanwezige politieke partijen leverde een panel ook kritiek of punten aan op het betoog van Raghoebarsing. Wonny Boedhoe, die als vertegenwoordiger van de VES aanzat tijdens het debat, gaf aan dat de regering bitter weinig doet om de fiscale kraan van de overheid te beteugelen. Integendeel, volgens haar zou er minder moeten worden uitgegeven aan toelagen want die versterken de economie niet. Volgens Raghoebarsing is de fiscale kraan van de overheid niet open en worden zaken als de koopkrachtversterking, die de overheid aan de verschillende doelgroepen binnen de samenleving heeft gegeven, budget neutraal uitgegeven. “Dus binnen de perken van het bestaand budget van de overheid worden zaken betaald”, merkt de minister van Financiën op.
Volgens Boedhoe heeft het sociaal beleid van de regering voorrang, omdat de samenleving geen draagvlak meer heeft om de zware maatregelen die zijn ingevoerd verantwoordelijk te kunnen dragen. Desalniettemin moet de regering blijven werken aan het stabiliseren en laten groeien van onze economie, merkt Boedhoe op. Er is ook veel kritiek geleverd op het beteugelen van de wisselkoersen en inflatie die de samenleving in de ban houdt. De VES heeft meerdere malen aangegeven dat het beteugelen van de wisselkoers niet zal gebeuren door alleen te praten. “Beloven dat de wisselkoers zal dalen is een fabel. Een schijn-wisselkoers stabiliteit is een bom onder die samenleving en het beteugelen hiervan is onmogelijk met een open fiscale kraan”, aldus Boedhoe.