Het is reeds langer dan 2,5 jaar dat de parlementariër, Asis Gajadien, ongeoorloofde en ondeskundige uitspraken doet omtrent de Centrale Bank. Deze parlementariër had het voortouw genomen in de politieke hetze tegen het financieel beleid van de regering Bouterse, en had zijn pijlen voornamelijk gericht op de leiding van de Centrale Bank van Suriname en het Ministerie van Financiën. Zo geeft de volksvertegenwoordiger ook nu vaker in de media aan dat de Governor Roemer vervolging riskeert om geldcreatie. Dat deze parlementariër niet bekend is met het centrale bankieren, en er niets van snapt, is reeds duidelijk voor deskundigen. Met deze enorme hetze van valse beschuldigingen, heeft hij rond de verkiezingen wel succes gehad om het algemeen publiek op het verkeerde been te zetten.
Volgens de parlementariër zet de Centrale Bank andere modellen in, om toch over de noodzakelijke middelen te beschikken. “Dus hier geeft men ook aan dat het kan”, zegt Gajadien. Middels een formeel communiqué heeft Governor Roemer, de parlementariër afgelopen week op zijn plek gezet. En terecht! Het opruien, paniek zaaien en het misleiden van de bevolking tegen formele instituten moet een keer stoppen. In haar communiqué van 28 september 2022, wordt eindelijk duidelijk uitgelegd dat niet elke geldschepping, door de Centrale Bank ten behoeve van de overheid, een monetaire financiering betreft. De monetaire financiering is een lening/kredietverschaffing van de Centrale Bank aan de overheid. Hierdoor neemt de korte schuld van de overheid bij de Centrale Bank toe. Dit is duidelijk af te lezen op de weekstaat van de Centrale Bank. De Centrale Bank benadrukt hoe belangrijk haar Weekstaat (balans) is voor de monitoring van de korte termijn monetaire ontwikkeling in de economie. Op de Weekstaat is vooral de financiële positie van de overheid te achterhalen.
Iedere deskundige kan uit de monetaire tabellen op de website van de Centrale Bank afleiden of er monetaire financiering plaatsvindt. De Bank kan monetaire financiering dus niet verbergen.
Het onlangs gepubliceerde jaarverslag 2019 van de Centrale Bank geeft de gebruiker ook inzicht in de monetaire financiering aan de regering volgens de wettelijke bepaling. Het jaarverslag over het boekjaar 2019 en de weekstaten bevestigen, hetgeen Governor Roemer en de CBVS duidelijk aangeven. De voorschotten inzake artikel 21 van de bankwet waar de heer Gajadien naar verwijst, is nimmer overschreden. Volgens het gepubliceerde jaarverslag 2019 heeft de toenmalige Governor Gersie het verzoek tot financiering met referte aan artikel 21 van de Bankwet op 1 februari 2019 geaccordeerd. In navolging hiervan is op 15 maart 2019 SRD 670,1 miljoen een werkvoorschot aan de Staat verstrekt.
Per 23 augustus 2019 is door de inmiddels gewezen Governor R. van Trikt (opvolger van Governor Gersie) een nieuw werkvoorschot ex artikel 21 van de Bankwet verstrekt aan de Staat groot SRD 648,8 miljoen, op basis van de goedgekeurde begroting van het dienstjaar 2019.
De Governor geeft aan dat de CBVS regelmatig overlegt met deskundigen van het IMF, over wisselkoersontwikkelingen, onderwerpen betreffende de Surinaamse economie en over de knelpunten bij de uitvoering van het monetair beleid. Bij dit overleg met de IMF-deskundigen wordt regelmatig op aanvraag een toelichting op de gerapporteerde data verstrekt, door functionarissen van de Centrale Bank. Na een extensieve controle van het IMF wordt een article IV REPORT over het jaar gepubliceerd. Geconcludeerd mag worden dat nimmer een andere voorstelling gemaakt mag en kan worden dan hetgeen door de formele instituten wordt gepubliceerd.
Ter verduidelijk moet worden aangegeven dat de andere handelingen van geldschepping die plaatsvinden niet gecategoriseerd kunnen worden als monetaire financiering. Het hanteren van modellen om prijsstabiliteit en ook nog een evenwicht op de betalingsbalans te garanderen is zeer gebruikelijk in de wereld.
De formele bevestiging van de CBVS heeft een direct gevolg voor de CBVS-landmark case tegen de voormalige Governor van Trikt, de gewezen Minister van Financiën de heer Hoefdraad, en anderen.
Het jaarverslag 2019 en communiqué van de CBVS leggen de zere plekken bloot in de CBVS-landmark case. Daar waar alle Raadslieden en verdachte van Trikt steevast de weekbalansen hebben aangetoond is de dwaling van onwetendheid en ondeskundigheid toch voortgezet. Het zijn deze onvolkomenheden in de vonnissen die zorg dragen voor een vertrouwenscrisis in de onafhankelijkheid, deskundigheid en objectiviteit van het openbaar ministerie. Het is beschamend om te observeren dat het openbaar ministerie zich heeft laten meeslepen, in de dwaling van politieke praatjes zonder de deskundige te raadplegen. Kortom, wanneer de feitelijkheden worden aangegeven door de CBVS onder verwijzing naar de publicaties van de weekbalansen en de website van de CBVS, verschijnen vele vraagtekens naar de kwaliteit en deugdelijkheid van het onderzoek. Een simpele Google search van 30 seconden zou duidelijk moeten maken dat de aantijgingen van het openbaar ministerie naar de gewezen Minister van Financiën en gewezen Governor niet op waarheid berusten. Het openbaar ministerie heeft in de CBVS-case reeds vele blunders gemaakt. Het wordt steeds duidelijker dat het openbaar ministerie met kronkels en fabricage een politieke case tot een fiasco heeft gemaakt.
Het dwaalspoor en de negatieve betekenis die hooggeplaatste politici, zoals de heer Gajadien, en verscheidene mediahuizen hebben gebracht in de samenleving heeft geleid tot een contraproductieve reactie van het publiek. Het werd tijd dat de Centrale Bank deze ongefundeerde en opruiende meningen ontkracht door de samenleving de juiste en verifieerbare informatie te verstrekken.
Imi Dahoe