Suriname heeft met het herstelprogramma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een cruciale stap gezet om uit de economische crisis te geraken, aldus Maurice Roemer, Governor bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS).
Tijdens een persconferentie op dinsdag 12 november 2024 op het ministerie van Financiën en Planning deelde Roemer samen met financiënminister Stanley Raghoebarsing, IMF-delegatieleider Anastasia Guscina en IMF Executive Director André Roncaglia de positieve resultaten van de recent afgeronde 8ste evaluatie van het Extended Fund Facility (EFF) programma.
De tevredenheid over de geboekte vooruitgang werd gedeeld door zowel het IMF als de CBvS en de Surinaamse regering. Roemer benadrukte dat het herstelprogramma gericht is op het creëren van gunstige voorwaarden voor economische groei en stabiliteit, hoewel niet alle maatschappelijke verwachtingen hiermee worden ingevuld. “Met het programma is in het bijzonder de keus gemaakt om de condities voor groei en ontwikkeling in te zetten. Het gaat erom dat wij met fiscaal en monetair beleid macro-economische stabiliteit in het land willen bereiken. Dat is de belangrijkste conditie voor groei en ontwikkeling.” Sinds de start van het programma in 2021 heeft Suriname volgens hem belangrijke stappen gezet uit de crisis, zoals blijkt uit lagere inflatiecijfers en een verhoogde kasreserve. Het monetaire beleid zal verder worden verfijnd om uiteindelijk prijsstabiliteit te realiseren.
Een van de positieve vooruitzichten voor de toekomst is de recente Final Investment Decision (FID) met betrekking tot olie- en gaswinning. Roemer sprak zijn vertrouwen uit dat de toekomstige inkomsten uit deze sector de staatsinkomsten aanzienlijk zullen verbeteren. Ook minister Raghoebarsing sloot zich aan bij deze optimistische visie en wees op de verbeteringen in lonen en salarissen binnen zowel de publieke als de private sector. Hij benadrukte dat het liberaliseren van de energie- en brandstoftarieven juist heeft bijgedragen aan de stabiliteit van deze nutsvoorzieningen zonder een nieuwe crisis te veroorzaken.
Raghoebarsing wees ook op de positieve impact van herstructureringen binnen de energie- en brandstofsector, en gaf aan dat het verbruik binnen deze sectoren zelfs is toegenomen. Daarnaast wees de minister op de diverse anticorruptiemaatregelen die zijn ingevoerd en de positieve effecten hiervan op de nationale en internationale creditratings. “Het programma was bestemd om te redden, die reddingsoperatie is gelukt,” aldus Raghoebarsing, die waarschuwde voor het belang van zorgvuldige uitgaven, vooral in het licht van de nieuwe inkomsten uit olie en gas. “We moeten ook met de FID voorzichtig en zorgvuldig blijven uitgeven”, benadrukte hij.