Het Comité van Christelijke Kerken (CCK) staat in haar gezamenlijke kerstboodschap stil bij huiselijk geweld en vooral huiselijk geweld bij kinderen. De geestelijke organisatie raakte geconfronteerd met de cijfers over huiselijk geweld en geweld tegen kinderen, toen ze een lezing met de recente statistieken meekregen.
“We schrokken natuurlijk, wat we hebben gezien is dat huiselijk geweld en geweld tegen kinderen epidemische vormen heeft aangenomen in ons land”, zegt Monseigneur Karel Choennie in een reactie aan Key News. Uit cijfers van UNICEF uit 2018 blijkt dat ons land kinderen aan alle vormen van geweld blootstellen. Ongeveer 71,9 procent is psychisch geweld, lichamelijk geweld is 72, 4 procent en getuigen zijn van geweld tussen volwassenen staat op 27, 5 procent. Rond de 11,1 procent van de kinderen komen in aanraking met seksueel geweld.
Volgens de CCK schort het vooral aan professionele begeleiding voor deze kinderen. Choennie, die ook voorzitter is bij Stichting voor het kind, merkt op dat er een tekort is aan psychiaters, sociaal-maatschappelijke werkers en psychologen die de nodige hulp kunnen bieden aan de kinderen. Volgens hem kan het pastorale werk tot een bepaald punt hulp bieden. “We kunnen een luisterend oor bieden samen met liefde en geborgenheid, maar de kinderen hebben behoefte aan psychiaters vooral. Ook moet er gekeken worden naar de verzekering van zo een kind, die slechts een minimaal aantal consultaties gedekt krijgt, terwijl het aan meer behoefte heeft”, zegt Choennie.
Er moet vanuit de overheid uitvoering van beleid komen en dan niet slechts op papier. “Instanties die de kinderen moeten plaatsen en begeleiden zoals Bufaz doen hard hun best met de geringe middelen die zij ter beschikking hebben, maar we hebben meer nodig. We moeten op zoek gaan naar meer professionals die de kinderen de nodige begeleiding kunnen geven, maar ook de ouders of de geestelijken die kunnen leren van de psychiaters en psychologen”, merkt Choennie op.
Het antwoord ligt volgens Choennie in het versterken van de Surinaamse gezinnen. Er is volgens hem een duidelijke behoefte hieraan. Vanuit de verschillende geestelijke organisaties wordt er begeleiding geboden aan gezinnen. Dit kan preventief werken waardoor gezinnen ook handvaten aangereikt krijgen die waardecommunicatie centraal stellen. “Ouders kunnen met kinderen samen vaststellen welke waarden ze hoog achten. Wanneer wij in het gezin gezamenlijk waarden aanvaarden, is er minder behoefte aan allerlei normen, wetten en regels. Kinderen weten ook wat waardevol is”, stelt het CCK.
Het niet vaststellen van deze waarden kan volgens Choennie doorwerken naar de samenleving. “Als we de kinderen niet leren dat het niet respectvol is om aan tafel te zitten met een telefoon of je zelf opsluiten van de rest terwijl het tijd is om aan tafel te zitten, zullen deze kinderen die later minister worden ook niet met respect omgaan met de samenleving en dat willen wij niet”, merkt Choennie op.
Als geestelijke organisatie is er een zeer belangrijke taak weggelegd om de samenleving te helpen om deze belangrijke fundamenten van een gezin samen op te bouwen, maar niet altijd wordt er volgens Choennie gehoor gegeven hieraan. Er moet volgens hem meer in dialoog worden getreden met onze kinderen dan alleen maar gehoorzaamheid van hen afdwingen. “We zouden meer moeten toegroeien naar gezinnen waar waarden en normen voorop staan en waarbij, in dialoog met kinderen, overeengekomen wordt welke regels daarbij horen.”
De CCK geeft verder aan in hun boodschap dat ze ervan bewust zijn dat ze een zwaar onderwerp onder de aandacht brengen. Sommigen willen misschien een meer geromantiseerde weergave van de werkelijkheid zodat de kerstsfeer niet bedorven wordt door de herinnering aan het afschuwelijke geweld tegen onze kinderen hier en de rest van de wereld. Het kind Jezus nodigt ons echter uit onder ogen te zien dat kinderen nog steeds in armoede worden geboren dat ze heel vroeg het geweld van de wereld ervaren zoals Jozef en Marie met het kind toen ze moesten vluchten voor het geweld van Herodes.”