Een penitentiaire ambtenaar (cipier) die terechtstaat voor afpersing en misbruik van gezag, heeft in de rechtszaal bekend dat hij geld van een winkelier heeft geaccepteerd. Hij hield zich op de zitting van vrijdag 1 december voor de domme over de reden van het geld. De beklaagde Naween O. heeft zich volgens de aanklacht hebben voorgedaan als een ambtenaar van de Economische Controle Dienst (ECD) om geld af te troggelen van winkeliers die illegale sigaretten verkochten.
Naween O. heeft op vragen van de rechter en de openbare aanklager verklaard dat hij SRD 1000 van de winkelier in kwestie heeft aangenomen, dat die hem het geld had aangeboden. Waarvoor het geld bedoeld was, weet hij niet. Het is volgens hem onjuist dat hij zich heeft voorgedaan als een ECD-ambtenaar. Hij gaf wel toe dat hij op een bepaald moment zijn cipiers pasje tevoorschijn had gehaald.
Volgens het relaas van de verdachte had hij in de eerste winkel gevraagd naar een pak sigaret van een bepaald merk, maar dat de winkelier een illegaal merk op de toonbank had gelegd. Dat was aanleiding voor een twist. Hij zou daarbij aan de winkelier hebben gevraagd, als die wel wist met wie hij te toen had. “Om aan te tonen wie ik was, heb ik toen mijn pas laten zien,” aldus de verdachte. De rechter heeft hem een standje gemaakt voor het zwaaien met zijn badge in een situatie die geen relevantie had met zijn werk.
Naween O. kon geen duidelijk antwoord geven op vragen van de Officier van Justitie (OvJ)waarom hij na of misschien zelfs midden in een twist met de winkelier het geld had aangenomen. Noch minder kon hij een afdoende verklaring geven waarom hij daarna een tweede winkel heeft aangedaan waar zich nagenoeg hetzelfde heeft voorgedaan. Hij haalde bakzeil bij de tweede winkelier. Die was al op de hoogte van het voorval omdat het eerste slachtoffer zijn ervaring met de cipier in een appgroep van winkeliers had gedeeld.
De beklaagde is in een eerdere fase van het proces in vrijheid gesteld. De voortzetting van zijn zaak vindt midden december plaats.