Het Integraal Sociaal Programma (ISP) moet effectiever uitgevoerd worden. De distributie van koopkrachtversterking moet geordend worden en de communicatie met de doelgroepen moet beter. Dat is besloten tijdens een werkbespreking met de ISP-coördinator en de president Chandrikapersad Santokhi.
Om het sociaal programma beter te laten verlopen heeft Santokhi twee werkgroepen ingesteld die actief zullen zijn tot en met juni 2025. De pas opgerichte werkgroepen, het ‘Social Beneficiary Program’ en ‘Media en Communicatie Sociaal Programma’, beogen een vlottere uitvoering van het ISP.
Tijdens de laatst gehouden IMF persbriefing heeft Santokhi toen aangegeven dat het uitvoeren van het sociaal beleid verbeterd moet worden. IMF is nog steeds niet tevreden over de uitvoer van het sociaal programma die parallel moet lopen met zware maatregelen die de regering moest treffen binnen het IMF-programma. Het IMF onderkent dat de maatregelen vooral impact zullen hebben op de sociaal zwakkeren en door het sociaal programma opgevangen moesten worden.
Het Social Beneficiary Program, gestart in januari 2023, kende een sterke start maar ondervond later problemen waardoor het bestand werd vervuild. Het programma heeft als hoofdtaak het opschonen van bestanden, zodat degenen die recht hebben op koopkrachtversterking dit ontvangen en anderen niet.
ISP-coördinator Mark Rommy benadrukt er veel ontevredenheid is in de samenleving over de koopkrachtversterking. “Mensen krijgen het niet op tijd, of helemaal niet. Daar zijn verschillende oorzaken aan verbonden. Deze werkgroep is ingesteld om deze zaken aan te pakken en ervoor te zorgen dat mensen tijdig koopkrachtversterking ontvangen.”
President Santokhi benadrukt de noodzaak van effectieve communicatie met de doelgroep. “Houd het simpel. Laat de samenleving praten en de ervaringen delen van de verschillende programma’s”, aldus het staatshoofd. De werkgroep Media en Communicatie Sociaal Programma zal zich hierop richten, waarbij informatie over het Sociaal Programma en alle onderliggende componenten, waaronder het landelijk woningbouwprogramma en het Foodbasket-project, aan de samenleving bekendgemaakt moet worden. Rommy voegt toe: “Op dit moment uiten mensen veel kritiek, vooral via sociale media. We willen nu ook in gesprek gaan met de samenleving om precies te horen waar zaken misgaan.”