Met een gezamenlijke fietstocht gaven minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en de Nederlandse ambassadeur Walter Oostelbos gisteren het startsein voor een bredere bewustwordingscampagne rond fietsen in Suriname. De twee zijn voorstanders van meer beweging, betere fietsinfrastructuur en bewustwording rondom duurzaam vervoer.
Het idee ontstond al ruim een jaar geleden tijdens een gesprek, waarin Oostelbos zijn liefde voor de stad Paramaribo deelde. “Ik fiets regelmatig door de stad, want ik vind het erfgoed prachtig. Maar ik merkte al snel: er zijn nauwelijks fietspaden, en waar ze er wel zijn, worden ze amper benut,” aldus de ambassadeur. Minister Dasai haakte direct aan. “Toen ik nog aan de universiteit werkte, had ik samen met studenten al een fietsplan uitgewerkt. Fietsen in Paramaribo is niet moeilijk, de stad is vlak en overzichtelijk, maar we missen voorzieningen en vooral: voorbeelden”.
De fietstocht van vanochtend moet dan ook een eerste symbolische stap zijn. Beiden zijn vastbesloten dit initiatief voort te zetten. Oostelbos kondigde alvast een groot fietsevenement aan op Wereldfietsdag, 3 juni 2026, met deelname van verschillende ambassades. Volgens de minister ligt het probleem niet alleen bij het ontbreken van infrastructuur, maar ook bij de cultuur. “We houden van de auto. Zelfs als de winkel maar één blok verderop is, nemen we de auto. Maar olie is duur, het klimaat verandert, en we moeten gezonder gaan leven. Fietsen helpt daarbij.”
Er zijn volgens Oostelbos wél fietspaden, zoals langs de Dr. Sophie Redmondstraat en de Highway, “maar die zijn vaak onbekend, geblokkeerd of slecht onderhouden.” Toch ziet hij potentie: “Als meer mensen gaan fietsen, past het verkeer zich vanzelf aa.” Deelnemers aan de fietstocht reageerden enthousiast. “Na twintig jaar weer op de fiets; geweldig!” klonk het na afloop. “We hebben vandaag het voorbeeld gegeven. Hopelijk volgen er meer. Want fietsen is gezond, goedkoop en leuk – zeker als je het samen doet.” zegt Dasai.
