Volgens vele deskundigen heeft Suriname een leiderschapsprobleem. Suriname zou een leider moeten hebben met het vermogen iedereen te verenigen. Sommigen vinden dat de leiders dienend moeten zijn, terwijl anderen vinden dat Suriname geen leiderschapsproblemen heeft, maar dat de kolonisator de ontwikkeling tegenhoudt. Ook wordt er steeds naar de leiders van Singapore en Barbados verwezen. Maar zijn de problemen in die landen identiek aan die van Suriname? Zou een uit een boek gesneden leider de Surinaamse constellatie aan kunnen? Wat is de rol van de samenleving?
Heeft Suriname een volk of een samenleving? Op de inheemsen na, heeft de voormalige “eigenaar” van Suriname, Nederland, alle andere mensen geïmporteerd. Vanaf hun import werden de koelies als concurrenten gezien door de vrij verklaarde negers, omdat de plantagehouders de koelies voor het zelfde werk minder betaalden. De negers vonden daarnaast dat ze vanwege het geleden leed tijdens de slavernij, meer rechten op Suriname hadden dan de geïmporteerde koelies, Javanen en de rest. Van het feit dat de koelies ruim 1000 jaren onderdrukt waren in hun eigen land door o.a. Mongolen, veroveraars en de Britten en de Javanen hetzelfde hadden ondergaan in Indonesië, konden ze niet vermoeden. Terwijl de inheemsen en marrons helemaal niet in beeld waren.
Ook na dat de mensen politieke partijen mochten oprichten hebben ze geen gezamenlijk doel gehad of geïdentificeerd om voor te strijden. In feite waren ze meer een samenleving waarin de verschillende groepen uit noodzaak contact met elkaar onderhielden. De politieke partijen die de negers hadden opgericht waren voor de negers net zoals de koelies en Javaanse partijen voor de eigen groep.
Solidariteit?
De meeste negers kwamen na de tweede wereldoorlog in het overheidsapparaat, de ambachten en fabrieken terecht. De koelies die bleven en net als de Javanen in de agrarische sector bleven steken, waren intussen net als de negers tot creolen tot hindoestanen gepromoveerd. Als er strijd werd gevoerd door de creolen voor betere levensomstandigheden (hogere lonen) voelden de hindoestanen zich niet geroepen om de creolen te ondersteunen en als de hindoestanen op kwamen voor hogere prijzen voor hun producten, voelden de creolen zich ook niet geroepen om die strijd te ondersteunend. De Javanen bleven afzijdig. Even leek het als of er na 1982 verandering daarin was gekomen. Bij een lange staking voor een betere C.A.O. van de arbeiders (C47) bij de Parbobier-fabriek in 1986 werden ze ondersteund met rijst, groenten en fruit door de boeren (FAL). Helaas bleef het bij die ene keer.
Politieke ideologie
De intellectuelen namen het voortouw bij het oprichten van de politieke partijen. En zoals eerder vermeld was het groepsbelang de leidraad. Suriname onafhankelijk maken was een idee dat zich beperkte tot een groepje creoolse intellectuelen. Hoe je een land met een handje vol mensen zou kunnen bevrijden van de kolonisator was voor hen geen punt om over na te denken. Nog minder hoe het land ontwikkeld zou kunnen worden zonder de rest van de “samenleving”. Onder die omstandigheden heeft Suriname (Aron) ja gezegd toen de kolonisator (eigenaar) in 1975 de regering in Suriname de onafhankelijkheid aanbood.
Na de coup van 25 februari 1980 scheen er daarin wat verandering te komen. Burgers van alle groepen werden gemobiliseerd om samen te werken, Suriname te verlossen van de corruptie en armoede(wanbeleid). Echter was dat van korte tijd. Op 5 augustus 1980 werden de trekkers daarvan, onder andere de militairen Chas Mijnals, Badrisein Sital en Stanley Joeman samen met andere burgers opgesloten door de leiding van het leger (Bouterse en Horb). Ze zouden een coup aan het beramen zijn geweest tegen het wettige gezag. En daarmee was Suriname weer terug geworpen in het verleden.
De crises
De crises waarmee Suriname op dit moment te kampen heeft, is geen nieuw fenomeen. Omstreeks 1907 bracht een commissie, ingesteld door de kolonisator, een rapport uit waarin onder andere stond dat alle ontwikkelingen in en rondom Paramaribo geschieden, dat Paramaribo te klein was om ontwikkeling mogelijk te maken, dat er te veel ambtenaren in dienst waren, dat het onderwijs achterhaald was, dat de arbeiders te laag geschoold waren, dat de landbouw vanwege achterhaalde technieken stagneerde etc. En die situatie is in de laatste 34 jaren alleen maar verergerd. Tot heden heeft geen enkele regering concreet op papier gesteld hoe en met welke middelen en in welke tijdsbestek zij dat zouden oplossen.
Alle regeerprogramma’s hebben alleen uit wenselijkheden bestaan. DNA-leden besteden hun tijd meer aan koetjes en kalfjes en de belangen van sponsoren dan aan de haalbaarheid en doelmatigheid van de regeerprogramma’s. De vraag is: waarom hebben de politici na ruim 48 jaren geen verandering daarin kunnen brengen/ En dat ondanks het feit dat de meerderheid van hen en hun adviseurs academisch geschoold zijn en er in de afgelopen 20 jaren meer dan 8 miljard USD netto ter beschikking was. Is dat bedrag terug te zien in de samenleving?
Hoe groter de partijen hoe groter de corruptie
De groei van politieke partijen werd na 1989 meer bepaald door de mate waarin de partijen in staat waren de leden in privé tevreden te stellen. De mensen werden lid van een partij, strikt om hun privébelangen en niet om een ideologie of inzicht van de politieke leider. En aangezien er voor patronage veel geld en andere middelen nodig zijn vergrijpen partijen, zich steeds meer aan de staatsmiddelen en aanvaarden zij geld van sponsoren van wie de integriteit discutabel zijn. De regeringen (lees de leiders), die ook nog de volgende verkiezing willen winnen, stellen dan hun “leiderschap” boven de belangen van de samenleving.
Uit de afgelopen 34 jaren blijkt dat hoe groter de partijen zijn, hoe groter de corruptie en destructie van het land is. Over de corruptie zegt de Verenigde Naties het volgende; CORRUPTIE IS EEN BEDREIGING VOOR DE STABILITEIT EN VEILIGHEID VAN SAMENLEVINGEN WAARDOOR DE INSTELLINGEN EN WAARDEN VAN DE DEMOCRATIE, ETHISCHE WAARDEN EN RECHTVAARDIGHEID WORDEN ONDERMIJND EN DUURZAME ONTWIKKELING EN DE RECHTSTAAT IN GEVAAR WORDEN GEBRACHT.OOK HEEFT CORRUPTIE VERBANDEN MET VORMEN VAN GEORGANISEERDE EN ECONOMISCHEN MISDADEN WAAR ONDER WITWASSEN. Wat is daarvan niet van toepassing op Suriname?
De strijd tegen corruptie en armoede
Om de corruptie te bestrijden zouden er wetten gemaakt kunnen worden die bijvoorbeeld politieke partijen verbied om giften en geld boven een bepaald bedrag te aanvaarden. En indien een partij de herkomst van de financiën niet kan aantonen of financiële jaarverslagen presenteert die niet verifieerbaar zijn, uit te sluiten van deelname aan de verkiezingen etc. Echter is corruptie een probleem dat niet gemakkelijk op te lossen is. Omdat, zoals de VN dat aangeeft, het in alle instituten doordringt. Bovendien kan je corruptie niet bestrijden met corrupte mensen. Onlangs zei de ex-minister van Justitie en Politie, dr.mr. J. van Dijk Silos (2016) in een interview dat zij het Surinaamse politiekorps met de Surinamerivier zou willen wegwassen om dan een nieuw korps weer op te zetten. Onder de huidige constellatie zou zelf een leider uit de hemel Suriname niet uit de ellende kunnen halen. Wil de samenleving van de corruptie en de daaruit voortvloeiende armoede afkomen, moet ze niet opzoek gaan naar een leider, maar actief meedoen in de strijd daartegen. Dat kan ze doen door zich te organiseren in een partij, waar leden contributie betalen en zeggenschap hebben, met een bestuur dat slechts uitvoert wat de leden hebben besloten.
Kenneth Sukul