Het zal zeker niet de eerste keer zijn, maar ik kan me niet herinneren wanneer we Suriname in zo’n korte periode zóveel drukte en gedoe – van het goede én het slechte soort – voorgeschoteld kregen. Vanaf het moment dat tante Jenny terugkwam uit New York, in verband met haar eerste VN-jaarvergadering als Surinaams staatshoofd, was het eigenlijk één aaneenschakeling van opwinding.
Eigenlijk begon het daarvoor al, met Natio’s eerste wedstrijden in de derde ronde van de WK-kwalificatie, in september. Want na het tweede duel – uit tegen El Salvador – komt Natio op de eerste plaats in de groep. Gevolg: harten beginnen massaal sneller te kloppen en de opwinding grijpt om zich heen.
Suriname op WK 2026?
President Taante gaat daarna, eind september/begin oktober, naar New York. Wanneer ze terug is, heeft ze groot nieuws: de premier en de koning van Nederland willen op bezoek komen, los van elkaar, en zo gauw mogelijk nog wel – liefst vóór het einde van het jaar. Dat klinkt meteen dringend.
Persoonlijk weet ik niet of dat nieuws reden was om trots te zijn, of juist om extra voorzichtig te worden. Want als de twee hoogste bazen van de Nederlandse staat, los van elkaar, zo graag en zo snel mogelijk willen langskomen, nadat ze die “mooie peepa”, Mama Sranan, decennialang een vierderangsbehandeling gaven, dan móét het wel met andere, belangrijke dingen te maken hebben. Tenminste: dat was het eerste wat bij mij opkwam, al kon ik niet direct zien waar het verband zou liggen.
Hoog bezoek in een ongemakkelijke sfeer
Wanneer premier Dick Schoof in Suriname arriveert, is dat te midden van een rare vibe in het land – eentje die we niet eerder hadden ervaren. In aanloop naar de viering van een halve eeuw onafhankelijkheid van Nederland – natuurlijk een zeer heuglijk feit – moesten we óók een massale teleurstelling verwerken, omdat Natio directe plaatsing voor het WK van volgend jaar had misgelopen. En vooral de manier waarop Natio naast de prijs grijpt, met een hoofdrol voor de Nederlander Stanley Menzo, maakt de aanwezigheid van Schoof nóg ongemakkelijker.
Je ontvangt het liefste geen bezoek wanneer je zelf niet in de beste stemming bent. Maar ja: afspraak is afspraak. Schoof had bovendien Rob Jetten, de voorzitter van D66, meegenomen. Dus moesten we ze netjes ontvangen en bezighouden.
Ik volg de nieuwskoppen, maar ik kom geen enkel punt tegen dat voor mij echt duidelijk maakt waarom de vertrekkende premier van Nederland en een prominente politicus uit Den Haag op bezoek zijn. Vijftig jaar Srefidensi is misschien reden genoeg. Maar we hebben eerder ook al 25, 30, 35, 40 en 45 jaar onafhankelijkheid gevierd, zonder dit soort hoog bezoek uit Nederland.
Misschien lag het aan mijn achterdocht. Of ze waren hier om de komst van koning Willem-Alexander voor te bereiden. Misschien moesten Schoof en Jetten er juist voor zorgen dat al die taaie kost – slavernijverleden, herstelbetalingen, de relatie NL–SR – die op het menu kón verschijnen tijdens het bezoek van de koning, eerst in de snelkookpan werd gedaan.
Het koningspaar: veel symboliek, weinig richting
De koning komt zelf op 1 december aan in Suriname, samen met zijn vrouw, koningin Máxima. Het blijkt dat hij ook heeft meegevlogen in de cockpit van het toestel dat hen vervoerde. Willem-Alexander is, naast koning, ook piloot. Met mijn verleden in de luchtvaart heb ik dat altijd bijzonder gevonden: een koning die ook zelf kan vliegen.
Maar wanneer het koningspaar er eenmaal is, wordt het uiteindelijk een wat halfbleke bedoening, zonder een duidelijk doel. Natuurlijk komen veel tongen los wanneer de koning zijn excuses voor het Nederlandse slavernijverleden – uitgesproken in 2023 in Nederland – op Surinaamse bodem herhaalt.
Voor de een gaat de koning niet ver genoeg: excuses betekenen weinig zonder daden die genoegdoening moeten brengen aan de nabestaanden van de slachtoffers. Anderen beschuldigen Willem-Alexander ervan bewust de rol van het Nederlandse koningshuis in de slavenhandel en slavernij te verdoezelen. Er wordt daarbij ook gewezen op historische documenten en onderzoek waaruit zou blijken dat de monarchie financieel profiteerde van ondernemingen en plantages die verbonden waren aan slavernij.
Maar dat kon onmogelijk het hoogtepunt van het bezoek zijn, toch?
Voor de rest levert de komst van de koning en de koningin niet veel meer op dan wat bijzonder beeldmateriaal, een paar intentieverklaringen en wat afspraken tussen bedrijven en instanties om “later” weer te gaan praten. De gebruikelijke, wederzijdse hoffelijkheden, tradities en gebruiken dus, wanneer een staatshoofd een ander land bezoekt. O ja – en van Surinaamse kant natuurlijk de bekende klaagzang over visa en ticketprijzen.
Dus wanneer Willem-Alexander en Máxima weer terugvliegen, op woensdag 3 december, blijft bij mij één vraag knagen: wat kwamen ze eigenlijk doen?
Het kwartje valt
Een dag of twee na het bezoek lees ik een artikel waarin een detail langskomt dat voor mij het mogelijke – of zelfs waarschijnlijke – antwoord is. Het artikel gaat over Europese/NAVO-landen die zich opmaken voor een lange, harde strijd tegen de agressie van Rusland en Vladimir Poetin, die behalve Oekraïne ook meer grondgebied in Europa op het oog zou hebben.
Een van de dingen die Europese landen moeten doen om Poetin te stoppen – hoe dan ook en zo snel mogelijk – is honderd procent stoppen met het kopen van Russische olie en gas. Want door fossiele brandstoffen van Rusland te kopen, financieren Europese economieën nu nog steeds de oorlog van de Russen tegen, juist ja: Europa.
En dan valt het kwartje. Volgens planning moet de productie van onze offshore olie- en gasvoorraden in 2028 beginnen. En Nederland was in 2024 een van de twee grootste opkopers van Guyanese olie.
Waarschijnlijk was het daarom zo belangrijk dat de vertrekkende premier van Nederland, een mogelijke opvolger, én vervolgens ook de koning en de koningin langskwamen. Niet uit spijt over het koloniale- en slavernijverleden. Niet uit het besef dat die aantrekkelijke peepa, Mama Sranan, en haar kinderen een andere behandeling verdienen.
Bij al die hoge mensen uit Nederland draait het mogelijk dus om die peepa haar olie en gas. Als dat werkelijk zo is, gaan we waarschijnlijk nog méér bezoek ontvangen – uit Europa.












