Het is de hoogste tijd om de Surinaamse gezondheidszorg inclusief te maken en zo het welzijn van de hele samenleving te waarborgen. Tot die slotsom kwamen deelnemers aan de presentatie en discussie, recent gehouden in Courtyard by Marriott binnen het Stand With Us- programma tijdens de PRIDE Month.
LGBTQI+-mensen in Nederland durven vanwege discriminatie, stigma en gebrek aan kennis niet altijd de medische hulp te vragen die zij nodig hebben, stelde keynotespreker Gebi Seedorf van COC Nederland, de organisatie die net als het LGBT-platform in Suriname de belangen behartigt van de LGBTQI+-gemeenschap.
Dat mensen niet open durven te zijn en niet of te laat naar de dokter stappen, kan volgens Seedorf leiden “tot onderbehandeling en een verhoogd risico op gezondheidsproblemen zoals mentale klachten, suïcide, alcohol en drugsverslag, HIV infecties, soa’s en andere ernstige klachten”.
Ook in Suriname is dit de ervaring. LGBTQI+-personen krijgen – ook van de overheid – regelmatig een respectloze behandeling, vertelde Kenneth van Emden, directeur van Suriname Men United. Ambtenaren houden zich niet aan hun geheimhoudingsplicht en informatie over cliënten belandt regelmatig bij buitenstaanders. “Bij een bepaalde kliniek zijn er aparte stoelen voor personen die leven met HIV. En bij navraag werd medegedeeld dat dat het beleid is dat deze instantie voert”, aldus Van Emden.
LGBT-plus personen, vooral trans personen, ervaren discriminatie bij hulpverlenende instanties. Medewerkers bespreken dan een cliënt. “Soms hoor je openlijk over de personen zeggen: ‘na wan man yere’, of: ‘na wan vrouw’. Er zijn ook positieve ontwikkelingen. Zo werkt Stichting Lobi Health Center aan een diverser personeelsbestand en opleidingen en trainingen moeten zorgen voor meer awareness in het team. Niet alleen de zorgverleners maar ook de administratieve medewerkers begrijpen daardoor beter wat inclusieve zorg inhoudt, bleek uit presentaties van directeur Nensy Bandhoe en medicus Kenneth Slijngard.
Lobi houdt in het zorgaanbod rekening met de behoeften en ervaringen van de LGBTQI+- personen, benadrukte Slijngard. “Dit omvat het creëren van een veilige, respectvolle omgeving waar iedereen ongeacht hun seksuele oriëntatie en genderidentiteit toegang heeft tot de zorg die ze nodig hebben, zonder dat ze angst hebben voor discriminatie of stigmatisatie.”
De arts gaf een voorbeeld van een simpele maatregel die elke organisatie zou kunnen nemen. Lobi noemt wachtenden niet langer “mevrouw” of “meneer”. Die aanduiding leidde tot ongemak en schaamte onder trans personen die op hun beurt zaten te wachten. Nu krijgt elke wachtende een nummertje en dat zorgt voor een veiliger gevoel. De levendige discussie werd afgesloten met praktisch haalbare voornemens.
Zo worden alle documenten en protocollen verzameld waarin goede afspraken en richtlijnen staan voor
inclusieve zorg. Ook zullen de deelnemers en organisaties nadenken over manieren om naleving van deze regels en normen te stimuleren en controleren. De PRIDE Month wordt georganiseerd door het LGBT Platform bestaande uit New Monday, PAREA, Suriname Men United, Women’s Way Foundation en Trans in Action met ondersteuning van het Stand With Us Project van Projekta, PAREA en de EU, het Local Engagement Action Fund van de Canadese Overheid, UN Suriname, TBL Cinemas, Zus en Zo, Fernandes Group en Teleperformance.