“Toerisme ontwikkelen is niet alleen het propageren van je bos, rivieren en soela’s of je historische binnenstad. Fundamenteler en belangrijker is de infrastructuur van de toerisme-industrie, anders blijft dit een oeverloze discussie wat meer lijkt op sloganisme” zei DNA-lid Radjendre Debie donderdag in het parlement.
Debie geeft aan dat het belangrijk is om de randvoorwaarden te creëren, zodat toeristen uit de rijke landen aangetrokken kunnen worden. “Toeristen komen in je land voor de verschillende mooie plekken, maar eten en drinken is ook een ander belangrijk onderdeel.” Als de toeristen eten en drinken, moeten zij het weer afscheiden of ontlasten. “Laten we beginnen met de reis van Zanderij naar Paramaribo. Nergens zijn er op deze wegstrekking goed onderhouden publieke of openbare toiletten, waar mensen of toeristen gebruik van kunnen maken. Vooral de vrouwen en senioren onder de toeristen.”
Hij zegt verder dat de wegstrekking van Paramaribo naar Atjoni, waar eco-toerisme bevorderd moet worden, geen enkel goede naar internationale standaarden onderhouden toiletten te vinden zijn. “Als er toch één is, dan is dat door velen gebruikt, vies en smerig achtergelaten en zonder stromend water.” Ook op de wegstrekkingen tussen Paramaribo naar Nickerie en Paramaribo naar Albina zijn er geen openbare toiletten te vinden. “Moeten de toeristen in het bos? En in de binnenstad dan? Want daar zijn er ook nauwelijks toiletten beschikbaar?”
Het DNA-lid meent dat geen enkel toerist een land gaat willen bezoeken dat niet eens toiletten beschikbaar heeft. “Dit zou gemakkelijk opgelost kunnen worden met een stukje goede wil van de verantwoordelijken in deze sector en ook de overheid.” Als oplossing geeft Debie aan dat de ministers van TCT en EZOTI de oliemaatschappijen bij elkaar roepen om deze situatie met hun te bespreken. En om alle pompstationhouders zover te krijgen om bij de servicestations op de strategische wegen voor toeristen toiletten te bouwen om dit gemis op te vangen. Voor het gebruik moet dan betaald worden door de mensen om de onderhoudskosten terug te verdienen. Overal in de wereld, vooral Europa is dit de oplossing voor een sanitaire stop.
De overheid zou hierbij in kunnen komen om arbeidskrachten af te staan voor het onderhoud. Dit zou dan per district georganiseerd kunnen worden. Overal en vooral op de commissariaten zit overtollig personeel. “We hoeven ook hier het wiel niet uit te vinden.” Ook het slechte onderhoud van de bermen en trottoirs in het binnenstad baart hem zorgen, want dit is geen goede reclame voor het land. “Waar zijn al de honderden mensen in dienst van ROS, Openbaar Groen en andere departementen om deze onderhoudswerkzaamheden uit te voeren?”
Hij stelt ook voor om reeds op de lagere school een vak toerisme te introduceren om de kinderen te leren dat toerisme als industrie een dollar verdiener is, precies zoals dat het geval is met de export van rijst, hout en goud. Verder moeten leerlingen leren toeristen beleefd te behandelen, hun de weg te tonen, omdat zij vreemde valuta het land binnenbrengen. “Dit doen andere landen, dus ook hier hoeven wij het wiel niet opnieuw uit te vinden.”