Op de Dag der Marrons heeft vicepresident Gregory Rusland benadrukt dat de historische strijd van marrons niet alleen om vrijheid ging, maar vooral om het opbouwen van duurzame, zelf georganiseerde gemeenschappen. Die veerkracht moet volgens de regering richtinggevend zijn voor Surinames verdere ontwikkeling.
Tijdens de viering op vrijdag 10 oktober op het Plein van 10 oktober 1760 schetste Rusland hoe de nazaten van tot slaaf gemaakten “in staat waren om gemeenschappen te bouwen die tot op de dag van vandaag standhouden”. Die organisatiestructuur, gedreven door doorzettingsvermogen, geeft de marrongemeenschap een prominente plaats in het land, aldus de vicepresident.
Volgens Rusland bewezen de marrons dat zij zonder externe ondersteuning duurzame gemeenschappen konden opzetten. “Die karakteristieken moeten we meenemen in de toekomst,” zei hij, met de oproep om de kracht van zelforganisatie te verbinden met nationale eenheid tussen alle bevolkingsgroepen, inclusief de Inheemsen.
Oproep tot eenheid en continuïteit
Minister Miquella Huur (Regionale Ontwikkeling) onderstreepte dat “wij niet staan als individuen, maar als één volk”. Zij stelde dat de vrijheid die 265 jaar geleden werd bevochten, moet worden bewaakt en doorgegeven. Dat gaat, benadrukte ze, niet alleen over lichamelijke integriteit, maar ook over het bestaansrecht van gemeenschappen. De regering draagt volgens Huur de verantwoordelijkheid om samen met marrons en Inheemsen te blijven strijden voor grondenrechten.
Respect en inclusie centraal in ceremonie
Leo Atoman, voorzitter van de Stichting 10 oktober 1760, riep op tot expliciet respect voor Inheemsen. De dag begon daarom met een openingsgebed en een cultureel optreden van een inheemse groep. Atoman sprak waardering uit voor de aanwezigheid van vicepresident Rusland, president Jennifer Simons en de ministers Miquella Huur, Adelien Wijnerman, Harish Monorath, Marinus Bee, Lalinie Gopal, André Misiekaba en Patrick Brunings. Hij herinnerde eraan dat alle mensen van Afrikaanse komaf in Suriname nakomelingen zijn van tot slaaf gemaakten en daarmee één volk vormen.
Concrete wensen en grondenrechten
Namens het traditioneel gezag deed Johannes Niavai een dringend beroep op de regering om de rechten van marrons en Inheemsen – in het bijzonder de grondenrechten – te regelen en relevante vonnissen uit te voeren. Hij verzocht tevens de naam ‘Stoelmanseiland’ te wijzigen in ‘Boni-’ of ‘Boston Bendteiland’, omdat Samuel Philip Stoelman, naar wie het eiland is vernoemd, een marronjager en opperbevelhebber van het Korps Zwarte Jagers was. Ook werd de wens uitgesproken voor de oprichting van een (educatie)centrum voor de marrongemeenschap.