“We hebben uiteindelijk geen geldprobleem, maar een leiderschapsprobleem”, zegt Macro-econoom Karel Eckhorst, die namens Suriname met het IMF onderhandelt over het IMF-programma, tegenover De Volkskrant.
Eckhorst zegt verder dat met de verdiensten van Suriname, zonder olie en gas, dan zou iedereen een menswaardig bestaan moeten kunnen hebben. Maar daarvoor moet er wel een betere herverdeling plaatsvinden van de inkomsten. Hij benadrukt dat hij niemand een slechte leider noemt. “Ik zeg alleen dat niet altijd de juiste beslissingen worden genomen, of dat die uitblijven.” Zo praten we al meer dan een jaar over het verhogen van de overheidsinkomsten, geld dat de overheid dan ook kan uitgeven. In de uitvoering van de begroting voor 2023, zien wij enkele stappen in de juiste richting. Maar het kan en moet veel beter.’
Hij haalt verder aan dat Suriname perioden heeft gekend van veel inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen, maar het is niet gelukt om die inkomsten te verduurzamen. De sterke instituten die nodig zijn om die inkomsten optimaal te beheren ontbreken of zijn verzwakt. “Er gaan stemmen op, die zeggen dat Suriname een paar olieputten moet verkopen. Maar dan moet het wel eerst de overeenkomsten met de bedrijven die deze olie hebben gevonden, openbreken. Daarvoor zou de staat veel geld op tafel moeten leggen.” Eckhorst haalt verder aan dat op dit ogenblik niemand precies weet hoeveel olie er is gevonden, wat de verkoopprijs onzeker maakt. “Ik hoor verkoopbedragen tussen de 3- en 4 miljard dollar. Maar er kan in werkelijkheid dus voor 2 miljard dollar olie in zitten, of voor 100 miljard dollar.”
De econoom vindt dat Suriname de goudsector moet gaan reguleren. Suriname heeft een mijnbouwsector met veel kleine bedrijven, die gezamenlijk ongeveer evenveel produceren als de multinationals Newmont en Iamgold. Alleen is de productie van die kleine gouddelvers lastig te controleren, want een aanzienlijk deel van de ruim 30 duizend mensen in deze industrie werkt informeel, wat de belastingheffing in de weg zit. Daar zijn nog veel inkomsten te halen. Lobbyisten uit deze sector hebben invloed tot in de hoogste regionen van de regering.
Het IMF probeert niet alleen financiële ondersteuning te bieden, maar ook de instituten van een land te versterken. De hoop is dat daardoor de corruptie en vriendjespolitiek afneemt. Zo eist het IMF dat er nu eindelijk eens een anticorruptiecommissie wordt samengesteld. De wetgeving daarvoor is al in 2019 aangenomen. Eckhorst vindt dat door een goede mentaliteit en leiderschap het land toch op spoor gebracht kan worden.