Het EMSAGS Project heeft op donderdag 20 februari 2025 nieuw bewustwordings- en educatiemateriaal gelanceerd om de negatieve gevolgen van kwikgebruik in de kleinschalige goudsector onder de aandacht te brengen.
De campagne richt zich met name op jongeren en bevat informatieve middelen zoals een boekje over kwik, posters, radio- en videoprogramma’s in vijf talen (Nederlands, Sranantongo, Aucaans, Saramaccaans en Portugees), interactieve puzzels en een webapplicatie.
Bij de lancering waren vertegenwoordigers van de overheid, internationale organisaties, de private sector, kleinschalige mijnbouwers en lokale gemeenschappen aanwezig. Ook leerlingen van OS Compagniekreek en H.G. Sylvester mulo namen actief deel aan de activiteiten.
Grootste bron van kwikvervuiling
De kleinschalige goudwinning is wereldwijd de grootste bron van kwikvervuiling. In Suriname veroorzaakt het gebruik van kwik ernstige milieuproblemen, zoals ontbossing en vervuiling van waterbronnen. Daarnaast vormt kwik een bedreiging voor de volksgezondheid, vooral voor goudzoekers en omwonenden van mijnbouwgebieden. Ook stedelijke bewoners, met name in Paramaribo, lopen risico door de uitstoot van kwikdamp bij goudverwerkingsbedrijven.
Minamata-verdrag en nationaal actieplan
Suriname is sinds 2018 partij bij het Minamata-verdrag, een internationaal akkoord dat landen verplicht om maatregelen te nemen tegen de schadelijke effecten van kwik. In 2023 keurde Suriname een Nationaal Actieplan (NAP) goed, waarin stappen zijn vastgelegd om het gebruik van kwik in de kleinschalige goudsector terug te dringen. Bewustwording speelt hierin een cruciale rol.
Bijdrage van het EMSAGS Project
Het EMSAGS Project ondersteunt de Surinaamse overheid bij het ontwikkelen van beleid en wetgeving om de kleinschalige goudsector te reguleren. Daarnaast worden instituten versterkt om beter toezicht te houden en wordt milieuvriendelijke mijnbouwtechnologie gestimuleerd. Het project wordt uitgevoerd door de Nationale Milieu Autoriteit (NMA) en het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, met steun van de Global Environment Facility (GEF) en het United Nations Development Programme (UNDP).