Leden van raden van commissarissen, toezichthouders, bestuurders en andere functionarissen in sleutelposities worden binnenkort geconfronteerd met cruciale beslissingen over integriteit en bestuur, met de internationale blik gericht op de wijze waarop deze taken worden uitgevoerd. Integrity & Governance Suriname (I&GS) speelt hierop in met een op maat gemaakte training.
Boardroom Training: Principieel Leiderschap in de Bestuurskamer
Van 19 tot en met 21 februari vond in Courtyard by Marriott voor de tweede keer de ‘Boardroom Training: Principled Leadership’ – oftewel ‘Principieel Leiderschap in de Bestuurskamer’ – plaats. Leden van raden van commissarissen, toezichthouders, bestuurders en zij die de ambitie hebben om in een raad van commissarissen te zitten, mochten deelnemen. Tien trainees, afkomstig uit parastatale en particuliere bedrijven, overheidsinstellingen en organisaties die met internationale banken samenwerken, ontvingen op vrijdag 21 februari jongstleden hun certificaat.
Lange weg naar integriteit en governance
De driedaagse cursus is ontwikkeld door Sharmila Ramadhin, lid van het tweekoppige I&GS-directieteam, op basis van de tekortkomingen die zij in Suriname constateerde op het gebied van integriteit en bestuur. “Waar het om gaat, is dat er in Suriname heel veel geld binnenkomt, maar hoe gaan wij dat besteden en ten bate van wie zal dat geld worden gebruikt? We willen onze doelgroep bewust maken van de grote rol die integriteits- – en governance rules hierin spelen. Wij gaan samenwerken met verschillende internationale organisaties die dat eisen, en wij moeten daarop voorbereid zijn,” aldus Ramadhin.
De training opende een nieuwe wereld voor de deelnemers. “Vóór de training waren we geregeld in de war door de vaktermen, maar na afloop was dat anders. Op basis van mijn ervaringen – ik heb in verschillende raden van commissarissen gezeten in zowel het buitenland als in Suriname – concludeer ik dat we nog een lange weg te gaan hebben”, merkte zij op.
Rekening houdend met internationale standaarden heeft Ramadhin zorgvuldig nagedacht over de keuze van trainers voor de boardroomtraining. Binnen haar netwerk werden internationale trainers met uitgebreide boardroomervaring uitgenodigd. Dit was van belang, zodat de lessen niet alleen vanuit een theoretisch oogpunt werden gegeven, maar ook vanuit praktijkervaring. Uit de feedback bleek dat de persoonlijke anekdotes van de coaches en de wisselwerking tussen de diverse deelnemers – zowel tijdens de theoretische sessies als in de praktijkoefeningen op de laatste dag – een groot effect hadden. De ‘boardgame’ op de derde dag, waarin alle mogelijke situaties aan bod kwamen, dwong de trainees om diep na te denken over het oplossen van echte cases.
Ramadhin hoopt dat door de opgedane kennis de impact in de praktijk duidelijk zal worden. “Wij geloven niet in eenmalige trainingen; het moet een continu proces zijn, want er zijn steeds nieuwe ontwikkelingen en cases waarmee we moeten leren omgaan.” I&GS zet daarom ook in op aanvullende dagtrainingen – de eerste daarvan vindt in april plaats, met als onderwerp ‘AI and Governance.’
Wortelcorruptie bij politieke partijen
Directielid John Brewster benadrukt dat er in Suriname volop ruimte is voor verbetering en groei op het gebied van integriteit en bestuur. “We hebben dit initiatief opgezet omdat we ervan overtuigd zijn dat de instituten versterkt moeten worden. Er komt veel geld binnen in 2028, en als de governance, integriteit, corruptiebestrijding en het toezicht daarop niet goed zijn geregeld, zullen we niets merken van het geld dat binnenkomt. Het gaat om de herverdeling van rijkdom, en we hebben genoeg gezien van voorbeelden wereldwijd waarbij de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt. Wat wij proberen te bereiken, is dat degenen die wij opleiden – onze ‘2.0 commissarissen’ – op een professionele wijze toezicht gaan houden, tijdig de ‘red flags’ herkennen en op tijd de bel laten rinkelen, zodat integriteit weer de waarde krijgt waarmee wij geassocieerd willen worden”.
Brewster is van mening dat ethische dilemma’s ertoe leiden dat men snel keuzes maakt, vaak zonder rekening te houden met toekomstige generaties. “We hebben vijftig jaar gerommeld; bij de volgende vijftig moeten we kiezen voor het land en het algemeen belang”. Hij voerde gesprekken met diverse politieke partijen over corruptie, waarvan hij meent dat de oorsprong vaak in de eigen politieke huizen ligt. Volgens Brewster komen de presidenten, ministers en ambtenaren die benoemd worden uit dezelfde politieke kringen, en wanneer integriteit, governance en democratie hierin falen, is het niet verwonderlijk dat deze personen in machtsposities belanden met een onwenselijk moreel-ethisch kompas.
Brewster wijst erop dat er binnen kleinere partijen al krachten zijn die zich inzetten voor structurele veranderingen. Hij werkt aan een boek waarin hij twee concrete aanbevelingen doet: ten eerste moeten politieke organisaties beschikken over een rooster voor aftreding. “Na de eerste vijftig jaar onafhankelijkheid kan het niet meer zo zijn dat een voorzitter op een podium staat en verkondigt dat hij veertig jaar leider is. Dat faciliteert corruptie en concentreert macht. De statuten moeten zodanig worden gewijzigd dat iemand hooguit twee tot drie termijnen in die positie mag blijven.” Ten tweede pleit hij voor een duidelijke scheiding van functies – wat hij ‘rolvervuiling’ noemt – tussen een politiek leider en een partijleider. Hoewel deze maatregelen in Suriname nog niet gangbaar zijn, hebben kleinere partijen de door hem voorgestelde actiepunten al omarmd. Bij gevestigde ‘machtspartijen’ zal dit volgens hem waarschijnlijk nog twee algemene ledenvergaderingen duren.
Volgens Brewster is er behoefte aan een counterfailing power, een tegenmacht om corruptie te minimaliseren. “Suriname is niet meer geïsoleerd; alles wat hier gebeurt, zal bepalen of internationale bedrijven met ons willen samenwerken. Het gaat om witwaspraktijken, good governance en compliance, waarvoor uiteraard wetgeving nodig is”. Hij voegt eraan toe dat er plannen zijn voor een vereniging van toezichthouders om het beroepsbeeld, de bescherming en beloning in kaart te brengen, alsook maatregelen vast te stellen voor wanneer een commissaris zich onethisch gedraagt. Daarnaast is er herstructurering binnen de gehele branche nodig, zodat het beroep beschermd wordt en politieke organisaties niet zomaar iemand in deze functie kunnen benoemen. “Kortom, er is behoorlijk wat werk aan de winkel, maar we moeten ergens beginnen”, besluit Brewster.