Het Nationale Ontwikkelings Platform (NOP), een organisatie die nog maar enkele maanden bestaat, had eerder die dag in het KKF-gebouw informatie ingewonnen over de indieningsprocedure voor de verkiezingen. Daar werd al duidelijk gemaakt dat alle documenten uiterlijk op 24 februari om 15:00 uur bij het Centraal Hoofdstembureau (CHS) binnen moesten zijn.
Op de dag van indiening arriveerde NOP-voorzitter Richard Ajoebkhan Alli echter met de stukken om 15:05 uur, waarmee de officiële deadline ruimschoots was overschreden. Direct wees CHS-voorzitter Lilawati Punwasi-Raghoebier hem op de klok en maakte zij duidelijk dat de documenten niet in behandeling konden worden genomen.
Ajoebkhan Alli lichtte toe dat er enkele operationele vertragingen waren opgetreden en vroeg of er toch een uitzondering gemaakt kon worden. Punwasi-Raghoebier benadrukte dat de regels strikt moeten worden nageleefd en verwees hem naar de wettelijke procedures. Na navraag over de mogelijkheden voor beroep adviseerde zij hem om dit verder met zijn juristen en de Kiesregeling te bespreken.
Na deze interactie verklaarde Ajoebkhan Alli dat hij met zijn juristen zou overleggen en liet hij verdere toelichting achterwege, alvorens hij de locatie verliet.
Later maakte CHS-ondervoorzitter Wendy Jap A Joe duidelijk dat het NOP nog steeds in beroep kan gaan door bezwaar aan te tekenen en, indien nodig, het geschil voor te leggen aan de president. Zonder een tijdige en officiële indiening kan het CHS namelijk geen beoordeling uitvoeren van de registratieaanvraag. Met de beslissing wordt nogmaals benadrukt dat het strikt naleven van de indieningstermijn geen uitzondering kent, wat nu nadelige gevolgen heeft voor de jonge politieke partij.